1 Petrus 5

Uit Christipedia

1 Petrus 5 van de Eerste brief van Petrus wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

1 Petrus, hoofdstukken: 12345.

Samenvatting

In dit laatste hoofdstuk van de brief volgen nog enige vermaningen met drangredenen: 1-4 aan de oudsten, 5a aan de jongeren, 5a-11 aan allen. 12-14 slot van deze brief.

Vermaning aan de oudsten (1-4)

1

1Pe 5:1  De oudsten onder u vermaan ik dus, de medeoudste en getuige van het lijden van Christus en ook de deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden; (Telos)

De oudsten onder u. De oudsten zijn tevens opzieners, die toezicht houden (vs. 2). Als hij nu niet mede van opzieners spreekt, dan blijkt daaruit, dat het onderscheid tussen deze beide ambten, dat in de tijd na de apostelen zo snel en scherp ontstond, nog ten tijde van het schrijven van onze brief niet bestond.

Getuige van het lijden van Christus. 'Getuige', in het Grieks Martus. Petrus is niet alleen getuige in die zin dat Hij Christus lijden van nabij heeft waargenomen, hij is het ook doordat hij het zelf ondervonden heeft. Petrus zelf heeft geleden om Christus’ wil. En dat lijden overkwam ook de adressanten (vs. 9); zie 4:13.

De deelgenoot van de heerlijkheid die geopenbaard zal worden. Dat is de hoop die de zij, die om Christus' lijden, hebben. Zie ook vzn. 4, 10.
1Pe 4:13 maar naarmate u deel hebt aan het lijden van Christus, verblijdt u, opdat u zich ook verblijdt met vreugdegejuich bij de openbaring van zijn heerlijkheid. (Telos)

4

1Pe 5:4  En wanneer de overste herder is verschenen, zult u de onverwelkelijke kroon van de heerlijkheid ontvangen. (Telos)

Heerlijkheid. Zie ook vs. 1, 10.

5

1Pe 5:5  Evenzo u jongeren, weest aan de oudsten onderdanig. En weest allen tegenover elkaar met nederigheid omgord; want ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade’. (Telos)

Onderdanig. Petrus vermaant vaker tot onderdanigheid, zie Eerste brief van Petrus/Onderwerpen#Onderdanigheid

Met nederigheid omgord.
1Pe 3:8 En tenslotte, weest allen eensgezind, medelijdend, vol broederlijke liefde, welgezind, nederig, (Telos)

8

1Pe 5:8  Weest nuchter, waakt; uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden. (Telos)

Als een brullende leeuw. Die hongerig is. Dat brullend rondgaan door de duivel, die trek heeft in het verderf van een gelovige, openbaart zich in het lijden dat de gelovigen overkomt. Zie ook vers 9.

De duivel bedient zich van meestal onwetende mensen, die bijvoorbeeld de macht hebben om gelovigen in de gevangenis te werpen.
Opb 2:10  Vrees niets van wat u zult lijden. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u op de proef gesteld wordt, en u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven. (Telos)
Over het gebrul van een leeuw, zie Leeuw.

9

1Pe 5:9  Weerstaat hem, standvastig in het geloof, daar u weet dat hetzelfde lijden aan uw broederschap in de wereld zich voltrekt. (Telos)
Weerstaat hem.
Jakobus 4:7 Onderwerpt u dan aan God. Weerstaat echter de duivel en hij zal van u vluchten. (TELOS)
Efeziërs 6:11 Doet de hele wapenrusting van God aan, om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel. (TELOS)
Lijden. Zie ook vs. 1, 8.

Zich voltrekt. Statenvertaling: "volbracht wordt"; Herziene Statenvertaling: "opgelegd wordt". Leidse vertaling: "opgelegd is". NBG51: "wordt toegemeten". Petrus Canisius-vertaling: "is toegemeten". Naardense Bijbel: "wordt voltrokken". Het Griekse werkwoord is επιτελεω, epiteleo.

10

1Pe 5:10  De God nu van alle genade, die u heeft geroepen tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij zal u, nadat u een korte tijd geleden hebt, volmaken, bevestigen, versterken, grondvesten. (Telos)

De God nu van alle genade. Die genade geeft om het lijden om Christus' wil te ondergaan en te doorstaan. Zie ook vs. 12.

Geroepen tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus. Zie ook vs. 1.
1Pe 2:9  U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht, (Telos)
1Pe 2:21  Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten heeft, opdat u zijn voetstappen navolgt; (Telos)
1Pe 3:9  en vergeldt niet kwaad met kwaad, of schelden met schelden, maar zegent integendeel, omdat u ertoe geroepen bent zegen te erven. (Telos)
Zie ook 1 Petrus/Onderwerpen#Geroepen

Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus. Die geopenbaard zal worden (1, 4)

Hij zal u, nadat u een korte tijd geleden hebt, volmaken, bevestigen, versterken, grondvesten. Het is niet waarschijnlijk dat Petrus bedoelt dat het lijden op aarde kort zal zijn en de gelovigen daarna in het Romeinse rijk een periode van rust ingaan. In de wereld immers, zo heeft de Heer ons geleerd, zullen wij verdrukking lijden. Het werk van God (volmaken enz.) vindt plaats wanneer wij onze hemelse bestemming hebben bereikt en Gods eeuwige heerlijkheid aan ons geopenbaard is (vs. 1).

11

1Pe 5:11  Hem zij de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid! Amen. (Telos)
Met deze woorden zegent Petrus de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, naar dat hij ons in het begin van deze brief daartoe heeft opgewekt:
1Pe 1:3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die naar zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren doen worden tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, (Telos)

12

1Pe 5:12 Door Silvanus, die naar ik meen voor u een trouwe broeder is, heb ik in het kort geschreven om u te vermanen en te betuigen, dat dit de ware genade van God is waarin u moet staan. (Telos)
Dat dit de ware genade van God is waarin u moet staan. Tot de huisknechten heeft Petrus gezegd:
1Pe 2:20 Want wat voor roem is het, als u volhardt terwijl u zondigt en met vuisten wordt geslagen? Maar als u volhardt terwijl u goed doet en lijdt, dat is genade bij God. (Telos)
Het is genade dat de christenen deel hebben aan het lijden van Christus.
1Pe 4:12 Geliefden, laat de vuurgloed in uw midden die tot uw beproeving dient, u niet bevreemden alsof u iets vreemds overkwam; 1Pe 4:13 maar naarmate u deel hebt aan het lijden van Christus, verblijdt u, opdat u zich ook verblijdt met vreugdegejuich bij de openbaring van zijn heerlijkheid. (Telos)

13

1Pe 5:13 U groet de medeuitverkorene in Babylon, en mijn zoon Markus. (Telos)
De medeuitverkorene. Dit is in het Grieks een vrouwelijk woord[1]. Zij is wellicht de vrouw van Petrus. Hij was getrouwd en het is bekend, uit 1 Korinthiërs, dat zijn vrouw hem vergezelde op zijn zendingsreizen.
1Co 9:5  Hebben wij niet het recht een zuster als vrouw mee te nemen, evenals de andere apostelen en de broers van de Heer en Kefas? (Telos) 
Sommigen verstaan door 'de medeuitverkorene': de plaatselijke gemeente van Christus.

In Babylon. Dit is de stad Babylon zijn of anders een codewoord voor de hoofdstad van het Romeinse rijk, Rome. Sommige uitlegger menen dat in dit vers sprake is van de letterlijke stad Babylon, waar ten tijde van Petrus veel joden woonden[2]. Andere uitleggers zien er een codewoord of figuurlijke aanduiding voor Rome in en verstaan „de medeuitverkorene" als een aanduiding van de gemeente aldaar[3]. Als 'Babylon' naar Rome verwijst, dan schreef Petrus de brief uit Rome.

Mijn zoon Markus. Vermoedelijk zijn geestelijke zoon Johannes Markus.

14

1Pe 5:14  Groet elkaar met een liefdekus. Vrede zij u allen die in Christus Jezus bent. Amen. (Telos)

Groet elkaar met een liefdekus. Een kus als teken van liefde. Judas de Iskariot verraadde Jezus met een kus, dit was een onheilige kus, zonder liefde. Paulus vermaant de gelovigen elkaar te groeten met een heilige kus, zie Kus.

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Petr. 5:1. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 4 dec. 2021.

Voetnoot

  1. Aldus een voetnoot bij de Telos-vertaling.
  2. Easton's Revised Bible Dictionary s.v. Babylon
  3. Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk (Kampen: Kok, 1925-1931) s.v. Babylon.