Achab

Uit Christipedia

Achab is in de Bijbel een naam van twee verschillende mannen: van een koning en van een valse profeet.

Koning Achab

Deze Achab, zoon en opvolger van Omri, regeerde van het jaar 874 tot 853[1] vóór Christus. Het tienstammenrijk Israël, dat bij zijn komst op de troon in goede toestand was, trachtte hij nog meer te versterken door zijn huwelijksverbintenis met Izebel, dochter van Ethbaäl, koning van Tyrus en Sidon.

Omri
koning van Israël
 
Ethbaäl
 
 
 
 
 
Asa
koning van Juda
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Achab
koning van Israël
 
Izebel
 
 
 
 
 
Josafat
koning van Juda
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ahazia
koning van Israël
 
Joram
koning van Israël
 
Athalia
 
Joram
koning van Juda
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ahazia
koning van Juda

Achab kenmerkt zich grote prachtliefde, door meineed, moord en afgoderij. De dienaren van Jahweh moesten wijken voor Baälspriesters. Slechts Elia bleef onverschrokken, en behaalde op de Karmel een beslissende zegepraal. Evenwel keerde de koning niet geheel van zijn gruwelen tot Israëls God weer. Tot drie keer toe voerde hij oorlog met Benhadad, de koning Syrië. Twee keer wendde hij zich van de afgoderij tot Jahweh, en van twee maal werd de zege hem verleend. Ten derden male trok hij, vergezeld en ondersteund door Josafat, de koning van Juda, niettegenstaande de dreigende voorzegging, ten strijde op. Zijn vrees werd vervuld. In de slag maakte een pijl, in het wild afgeschoten, een einde aan zijn leven.

Ook zijn geslacht trof een rampzalig lot. Veertien jaren later werd het geheel en al door Jehu uitgeroeid;

1000 - 900 v.C. < Israël 900 - 800 v.C.[2] > 800 - 750 v.C.
JoahazJoas (koning van Juda)JoëlAthaliaAhazia (koning van Juda)JehuHazaëlJoram (koning van Juda)ElisaJoram (koning van Israël)Ahazia (koning van Israël)BenhadadEliaJosafatAchabOmriZimriElaBenhadadBaësaAsa

Valse profeet Achab

Deze Achab, ook Echab genoemd, was een valse profeet ten tijde van Jeremía. Zijn vader was Kolaja. Achab bedreef overspel en profeteerde valselijk in Gods naam. God gaf hem over in de hand van de koning van Babel, die hem doodde.

Jer 29:20  Gij dan, hoort des HEEREN woord, gij allen, die gevankelijk zijt weggevoerd, die Ik van Jeruzalem naar Babel heb weggezonden! Jer 29:21  Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls, van Achab, zoon van Kolaja, en van Zedekia, zoon van Maaseja, die ulieden in Mijn Naam valselijk profeteren: Ziet, Ik zal hen geven in de hand van Nebukadnezar, den koning van Babel, en hij zal ze voor uw ogen slaan. Jer 29:22  En van hen zal een vloek genomen worden bij al de gevankelijk weggevoerden van Juda, die in Babel zijn, dat men zegge: De HEERE stelle u als Zedekia, en als Achab, die de koning van Babel aan het vuur braadde; Jer 29:23  Omdat zij een dwaasheid deden in Israël, en overspel bedreven met de vrouwen hunner naasten, en spraken het woord valselijk in Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden had; en Ik ben Degene, Die het weet, en een getuige [daarvan], spreekt de HEERE. (SV)

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Achab' is op 18 juli 2017 verwerkt.

Voetnoot

  1. Volgens de tijdtafel van Stichting De Oude Wereld (later opgegaan in het Logos Instituut). P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) noemt als regeerperiode 918 - 897 v.C.
  2. De jaartallen zijn meerendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).