Azaria

Uit Christipedia

Azaria (='Jah heeft geholpen') is in de Bijbel de naam van verschillende mannen.

De Hebreeuwse naam is עזריה, Azarjah of עזריהו, Azarjahoe. De eigenaam betekent 'Jah(oe) heeft geholpen'[1]. Jah(oe) is de verkorte naam van God. De naam komt 48x voor in het Bijbel, waarvan 1x Azarjahoe. Het Strongnummer is 05838.

De naam verwijst in de Schrift naar:

1. twee afstammelingen van Juda;

2. de zoon van Zadok, die onder Salomo opperambtman was;

3. de zoon van Nathan, die over de bestelmeesters geplaatst werd;

4. onderscheidene Aäronieten, priesters en Levieten;

5. de zoon van Oded, een profeet, tijdgenoot van koning Asa van Juda; hij sprak Gods woorden Asa (2 Kron. 15:1v)

6. de zoon van Amazia, koning van Juda, elders Uzzia genoemd; zie Uzzia voor het hoofdartikel over hem

7. een hogepriester, ten tijde van Uzzia en Hizkia;

8. de zoon van Joram, koning van Juda, dezelfde als Ahazia;

9. een der zonen van Josafat;

10. de grootvader en een ander voorvader van Ezra;

11. een der drie metgezellen van Daniël, die wegens hun weigering, om een afgodsbeeld te aanbidden, in een brandende oven geworpen, doch door God, in het midden van het vuur, op wonderbare wijze bewaard werden. Aan het hof ontving hij de naam Abednego; zie Azarja voor het hoofdartikel over hem

12. enige oversten;

13. een der bouwers aan de muur te Jeruzalem.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Azaria' is op 13 aug. 2018 onder wijziging verwerkt.

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.