Banier

Uit Christipedia

Een banier is een band die wappert als een vlag en vaak op een stok omhooggehouden en gedragen word. Banier is synoniem met vaandel of vendel. Een banier of vaandel diende als kenteken. Banieren dienden ook tot versiering van schepen, openbare gebouwen en dergelijke.

Voorbeeld van een banier: de banier van het stadsdeel Marienloh van de Duitse stad Paderborn.

Banieren dienden in een groep mensen ook als verzamelpunt en richtingwijzer, om zich te legeren, op te trekken, de aanval te hervatten of zich te verdedigen. Een banier pleegde men op bergen, of op verre zichtbare hoogten op te richten,

  • om het volk om de een of andere reden daarheen te verzamelen (Jes. 5:26; 49:22; 62:10),
  • of opdat de vluchtelingen zich daar zouden verenigen (Jer. 4:6.; Ps. 60:4),
  • of opdat de op een punt samengebrachte troepen van daar de vijand zouden aanvallen (Jes. 18.3; Jer. 4:21; 51:27),
  • of ook om, als een soort van telegraaf, ergens bericht van te geven. (Jer. 50:2).
Banieren van een Schotse ridderorde.

De Israëlieten gebruikten vaandels in de woestijn.

Nu 1:52 Terwijl de Israëlieten zich zullen legeren, ieder bij zijn legerplaats en zijn vendel, naar hun legerscharen, (SV)

Nu 2:2 De Israëlieten zullen zich legeren ieder bij zijn vendel onder de veldtekenen van hun families; op een afstand zullen zij zich rondom de tent der samenkomst legeren. Nu 2:3  Aan de oostzijde, aan de kant waar de zon opgaat, zal het vendel van de legerplaats van Juda zich legeren naar hun legerscharen. (SV)

Nu 2:10 Het vendel van de legerplaats van Ruben zal aan de zuidzijde zijn, naar hun legerscharen. (SV)

Nu 2:17 De tent der samenkomst nu, de legerplaats der Levieten, zal te midden van de legerplaatsen opbreken; zoals zij zich zullen legeren, zullen zij ook opbreken, ieder op zijn plaats naar hun vendels. Nu 2:18 Het vendel van de legerplaats van Efraïm naar hun legerscharen zal aan de westzijde zijn. De vorst nu der zonen van Efraïm was Elisama, de zoon van Ammihud; (SV)

Nu 2:25 Het vendel van de legerplaats van Dan zal aan de noordzijde zijn, naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Dan was Achiëzer, de zoon van Ammisaddai; (SV)

Nu 2:31 Al de getelden van de legerplaats van Dan waren honderdzevenenvijftigduizend zeshonderd. Zij zullen naar hun vendels het laatst opbreken. (...) Nu 2:34 En de Israëlieten deden het; juist zoals de HERE Mozes geboden had, legerden zij zich naar hun vendels, en braken zij op, ieder naar zijn geslacht, bij zijn familie. (SV)

Nu 10:14 In de eerste plaats brak het vendel van de legerplaats der Judeeërs op volgens hun legerscharen; aan het hoofd van het leger van Juda stond Nachson, de zoon van Amminadab; (...) Nu 10:17 Daarna werd de tabernakel afgebroken, en braken de Gersonieten en de Merarieten op, die de tabernakel droegen. Nu 10:18 Vervolgens brak het vendel van de legerplaats van Ruben op volgens hun legerscharen; aan het hoofd van het leger van Ruben stond Elisur, de zoon van Sedeur; (...) Nu 10:21 Daarna braken de Kehatieten op, die het heilige droegen; men richtte de tabernakel op, voordat zij kwamen. Nu 10:22 Dan brak het vendel van de legerplaats der Efraïmieten op volgens hun legerscharen; aan het hoofd van het leger van Efraïm stond Elisama, de zoon van Ammihud; (...) Nu 10:25 Als laatste van alle legerplaatsen brak het vendel van de legerplaats der Danieten op volgens hun legerscharen; aan het hoofd van het leger van Dan stond Achiëzer, de zoon van Ammisaddai; (SV)

Jes 5:26 Daarom heft Hij een banier op voor het volk in de verte en Hij fluit het tot Zich van het einde der aarde; zie, haastig, ijlings komt het. (SV)

Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrië, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. Jes 11:12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier eilanden des aardrijks. (SV)

Jes 13:2 Heft op een banier, op een hogen berg; verheft een stem tot hen; beweegt de hand omhoog, dat zij intrekken door de deuren der prinsen. (SV)

Jes 18:3 Allen gij ingezetenen der wereld, en gij inwoners der aarde! als men de banier zal oprichten [op] de bergen, zult gijlieden [het] zien, en als de bazuin zal blazen, zult gijlieden [het] horen. (SV)

Banier in het leger. Bij het leger werd een banier gebruikt als veldteken, waarom men zich schaarde. Onder het veldteken verenigden de manschappen zich, trokken zij op en streden zij. De echte vaandeldrager verdedigde het veldteken ten koste van zijn leven, omdat de banier verbonden was met de eer van het leger. In de tijd van de bijbel gaf de banier vaak de plaats van de koning aan.

'Jahweh is mijn banier'. In de woestijn streed Israël tegen de Amalekieten. Tijdens de strijd hield Mozes, vanaf een heuvel, ‘de staf Gods’ omhoog, zijn armen ondersteund door Aäron en Hur. Zo verkreeg hij de overwinning voor Israël. Daarop bouwde Mozes een altaar en met het oog op de ‘staf Gods’ noemde hij het altaar "Jahweh is mijn banier." De Statenvertaling heeft de Hebreeuwse eigennaam van God weer door HEERE; vandaar:

Ex 17:15 En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier! (SV)

Banieren der stammen van Israël. Hoe de banieren der Israelietische stammen eruit zagen, weten wij niet. Volgens de oude overlevering was het veldteken van Juda een leeuw, van Ruben een mensengestalte, van Efraïm een stier, van Dan een arend.

Oude oosterse volken. Bijna alle Oosterse volkeren gebruikten banieren. In Egypte waren banieren aangebracht aan de ingang van de tempels.

Jezus een banier der volken. In de toekomst zal de Heer Jezus staan als een banier der volken en hen leiden tot herstel.

Jes 11:9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren [den] [bodem] der zee bedekken. Jes 11:10 Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. Jes 11:11 Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. Jes 11:12 En Hij zal een banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier eilanden des aardrijks. (SV)

Varia

De rooms-katholieke actiegroep TFP Student Action, die opkomt voor traditie, gezin en privaateigendom, pleegt de straat op te gaan met een banier. Voorbeeld: https://www.youtube.com/watch?v=5Cn78rcD7no

Bronnen

Onder meer:

  • Bijbels Theologische Encyclopedie, ed. 2008
  • Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 11:10. Dächsels tekst, punt 3, betreffende het oprichten van een banier, is onder wijziging verwerkt op 1 feb. 2020.