Filippenzenbrief

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Brief aan de Filippenzen)

De brief van Paulus aan de Filippenzen, kortweg Filippenzenbrief, is de naam van een brief van de apostel Paulus aan de heiligen in de Macedonische stad Filippi. De brief is een Bijbelboek in het Nieuwe Testament. Paulus schreef de brief ca. 62 na Chr. als antwoord op de gaven die hij via Epafroditus van de gemeente had ontvangen, terwijl hij in Rome gevangen zat.

Schrijver en datering

Afzenders. Afzenders van de brief zijn Paulus en Timotheüs (1:1).

Bezorger. De brief is bezorgd door Epafroditus, een gezant van de gelovige Filippiërs.

Flp 2:25  Maar ik vond het nodig Epafroditus, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, maar uw gezant en bedienaar in mijn behoefte, naar u toe te zenden, (Telos)

Datering. De apostel schreef de brief tijdens zijn eerste gevangenschap in Rome (Hand 28:30; 1:17; 4:22) in het jaar 62/63 of 60/61 na Christus[1].

Omstandigheden. Paulus zit om het evangelie in de gevangenis (1:7, 13-14). Hij weet zich gesteld tot “verdediging van het evangelie” (1:16). Tegenstanders wilden verdrukking aan zijn gevangenschap toevoegen (1:17).
Flp 1:17 ... anderen verkondigen Christus uit partijzucht, niet zuiver, met de bedoeling verdrukking aan mijn gevangenschap toe te voegen. (TELOS)
Hij is in een gevangenis in Rome of anders in Caesarea. Voor Rome, de hoofdstad van het Romeinse Rijk, waar de Romeinse keizer zetelde, pleit dit vers uit de brief:
Flp 4:22  Alle heiligen groeten u, en vooral zij die tot het huis van de keizer behoren. (Telos)
Hij is niet helemaal alleen, Timótheüs bevindt zich bij Paulus, en ook anderen zijn bij hem of hebben contact met hem, zelfs heiligen die tot het huis van de keizer behoren (Filip. 4:21-22)

Innerlijke gesteldheid. Wat de innerlijke gesteldheid van Paulus betreft:

  • hij verlangt naar alle gelovigen in Filippi (1:8)
  • hij heeft blijdschap om de voortgaande verkondiging van Christus door anderen (1:18), want dat zou hem tot behoudenis (vermoedelijk: bevrijding uit de gevangenis) strekken (1:19); dát plus het gebed der Filippenzen en de bijstand door de Geest (1:19)
  • hieruit blijkt dat hij (natuurlijk) ook verlangt vrij te komen
  • hij verlangt ernaar dat Christus grootgemaakt wordt in zijn lichaam, ook als dat de dood inhoudt (1:20)
  • zijn eigen lijden voor Christus is een geschenk van Godswege (Filp 1:29)
  • Paulus ervaart dankzij de Filippiërs ontferming, liefde, vertroosting, gemeenschap van Geest, blijdschap (2:1-2; 4:10 'bijzonder over verblijd'))
  • Paulus is, ofschoon in de gevangenis, tevreden met zijn omstandigheden (4:11).
  • Hij verwacht vrij te komen uit de gevangenschap, 1:19; 1:24v

Filippi

De stad Filippi was een Romeinse kolonie in het noorden van Griekenland. Deze plaats in Macedonië is de eerste of een van de eerste plaatsen in Europa waar de Heer Jezus werd gepredikt. Door de dienst van de apostel en zijn medewerkers ontstond daar tijdens zijn tweede zendingsreis een gemeente.

Tweede zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 15:36-18:22), volgend op een eerste en gevolgd door een derde.

Route: Antiochië (Syrië)SyriëCiliciëDerbeLystraFrygië, GalatiëMysiëTroasSamothráceMacedoniëNeápolisFilippiAmfipolisApolloniaThessaloníkaBeréaAtheneKorintheKenchreaEfezeCaesarea (Maritima)JeruzalemAntiochië (Syrië)

Ligging van Filippi, welke plaats Paulus aandeed tijdens zijn tweede zendingsreis.
Zie Filippi voor het hoofdartikel over deze stad.

Gemeente van Christus in Filippi

De brief is geschreven aan de eerste gemeente die gesticht werd in Europa (Handelingen 16:9-40). Dat gebeurde op de tweede zendingsreis van de apostel Paulus, Hand. 16: 9 - 15, 22- 34. Op duidelijke aanwijzing van de Heer zijn Paulus, Silas en anderen de zee overgestoken en hebben daar als eersten Lydia en andere vrouwen ontmoet, die tot gebed bijeenkwamen. Deze hebben naar de blijde boodschap geluisterd en haar aanvaard.

De gevangenbewaarder vraagt Paulus wat hij moet doen om behouden te worden. 

Door tegenstand van ongelovige zijde werden Paulus en Silas in de gevangenis geworpen en op een wonderlijke wijze kwam ook de gevangenisbewaarder met zijn gezin tot het geloof in de Heer Jezus. In de gevangenis zongen Paulus en Silas Gode lofgezangen, ondanks de pijn van hun striemen en verwondingen.

De pasbekeerden, onder wie Lydia de purperverkoopster en de gevangenbewaarder van de stadsgevangenis, werden direct gedoopt en vormden de eerste leden van de gemeente waaraan Paulus deze brief, als gevangene, vanuit Rome schreef.

Blijkbaar bestond er een bijzondere vriendschapsband tussen deze gemeente en Paulus, wat onderstreept wordt door de hartelijke toon in de brief.

De gelovige Filippenzen hadden "gemeenschap met het evangelie van de eerste dag af tot nu toe" (1:3). Ze waren op een of andere wijze betrokken bij zijn gevangenschap (1:7), de verdediging van het evangelie (1:7, 16) en de bevestiging van het evangelie (1:7). Ze hadden Paulus in hun hart (1:7). Ze hadden liefde (1:8). De gemeente in Filippi valt op door haar vrijgevigheid.

Ze leden echter van de kant van tegenstanders, ze ondervonden strijd (Filp 1:28v).
Flp 1:29  Want u is het geschonken, ten aanzien van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden, Flp 1:30  daar u dezelfde strijd hebt die u in mij hebt gezien en nu van mij hoort. (Telos)
Uit de brief maken we op dat de heiligen in Filippi nodig hadden of te streven hadden naar: 
  • nog meer liefde (1:9). 
  • meer kennis en inzicht (1:9). Die zijn nodig om juiste keuzes te kunnen maken.
  • beproeven en juiste keuzen kunnen maken (1:10)
  • praktisch zuiver en onberispelijk te zijn tegen de dag van Christus (1:10), waardig het evangelie te wandelen (1:27)
  • vervuld met de vrucht van de gerechtigheid (1:11). 
  • bemoediging in verband met Paulus’ gevangenschap (1:12)
  • kennis van de gunstige gevolgen van Paulus’ gevangenschap: bevordering van het evangelie (1:12v)
  • opwekking om (tegenover de tegenstanders) vast te staan, in één geest, mee te strijden met het geloof van het evangelie (1:27-28; 4:1)
  • onderlinge eenheid en saamhorigheid en christeljke gezindheid: hetzelfde te bedenken (2:2), dezelfde liefde (2:2), nederigheid (2:3), gezindheid van Christus (2:4v).

Aanleiding

Directe aanleiding tot het schrijven was de komst van Epafroditus (2:25) die namens de gemeente te Filippi Paulus in Rome had bezocht met de gaven van de gemeente. Epafroditus was in Rome dodelijk ziek geworden, maar gelukkig hersteld. Paulus schrijft de brief om hun ongerustheid weg te nemen en hen voor de milde gaven, hun liefdesbewijzen, te bedanken.

De brief en de boodschap

Hoewel deze brief qua inhoud niet één van de meest markante of diepgaande brieven is, is het wel één van de meest vriendelijke brieven van Paulus. Het lijkt wel een liefdesbrief aan de Filippenzen, die uitblonken boven al de andere gemeenten in toewijding en verbondenheid met Paulus. Door deze brief krijgen we een glimp te zien van wat er leefde in het hart van Paulus. De apostel voelde voor deze gemeente een bijzondere genegenheid: zij was “zijn blijdschap en kroon” (4 :1), terwijl zij wederkerig de apostel een hartelijke liefde toedroeg.

Paulus was gevangen te Rome; de gemeente zond Epafroditus met een schrijven en geld (4 :10 v.). Bij diens terugkeer naar Filippi gaf de apostel hem deze brief mee (2 :25), waarin hij zijn hartelijke dank uitspreekt.

De brief wordt gekenmerkt door het woord: "blijdschap". Paulus en Silas hadden hun in de donkerste uren bewezen, dat een gelovige altijd gelukkig en verblijd kan zijn. In elk hoofdstuk vinden we de woorden "blijdschap" of "verblijden" terug, 1:4, 18, 25-26; 2: 17-18; 3:1; 4:1, 4, 10.

De brief is een prachtige verhandeling over de christelijke levenswandel.

Paulus wijst op het gevaar van judaisten (Filp. 3) en van verdeeldheid (Filp. 4).

Paulus vindt het zeer belangrijk de Filippenzen in te prenten, dat Christus' nederige houding en zijn bereidheid eigen belangen opzij te zetten ten gunste van anderen, hun grote voorbeeld is, hoe ze zich tegenover elkaar moeten gedragen. Sterke nadruk ligt op eensgezindheid.

Ook roept Paulus op tot vreugde in de Heer en geeft ook zelf getuigenis van zijn eigen blijdschap, te meer opvallend gezien zijn gevangen-zijn.

Paulus legt nadruk op het belang van de prediking van Christus, waarbij persoonlijk belang of trots geen rol mogen spelen. Een zeer belangrijke tekst is: "Die gezindheid zij in u, die ook in Christus Jezus was." (2:5)

Markante zaken:

  • Er is geen enkel citaat uit het Oude Testament, wat de brief onderscheidt van de andere brieven van Paulus.
  • De Heilige Geest wordt slechts drie keer genoemd, maar elke passage is veelzeggend:
    1. Bijstand door de Heilige Geest - 1:19.
    2. Gemeenschap in de Heilige Geest - 2:1 en
    3. Dienen door de heilige Geest - 3:3.
  • De brief bevat weinig afkeuring en meer prijzende woorden dan welke andere brief ook.

Overzicht van de inhoud

Hoofdstukken. Dit boek bestaat uit 4 hoofdstukken.

Hoofdstuk 1

1-2 Het adres: aan alle heiligen te Filippi met de opzieners en dienaars. Groetenis. 3-11 De belangstelling van Paulus voor hen; hij wenst dat hun liefde nog meer mag toenemen tot heerlijkheid en lof van God. 12-30 Hij toont aan, dat de Heer zijn gevangenschap heeft gebruikt tot meerdere vrijmoedigheid bij anderen om het woord te prediken. Enerzijds verlangt hij bij zijn Heer te zijn in heerlijkheid, anderzijds wil hij graag blijven leven om zijn roeping verder te vervullen.

Hoofdstuk 2

Vermaning om eensgezind te zijn en de Heer Jezus tot voorbeeld te nemen. Timotheus en Epafroditus zullen tot hen komen en Paulus beveelt hen van harte bij de Filippenzen aan. Hij verblijdt zich en zij zullen zich over hun komst verblijden.

Hoofdstuk 3

"Verblijden in de Heer" was het deel ook van Paulus, hoewel hij alle natuurlijke voorrechten vaarwel gezegd had om de Heer Jezus te bezitten. Hem wilde hij in zijn doen en laten trachten gelijk te zijn, ook wat het lijden betreft.

Hoofdstuk 4

Het gebed wordt als een noodzakelijk middel aanbevolen om met Gods vrede in het hart door het leven te gaan. Dankbaar is hij voor de gave, die hem namens hen ter hand gesteld was; hij noemt het een welriekende reuk, een aangenaam, Gode welbehaaglijk offer. Hij besluit met de groeten van hen die bij hem waren, bijzonder van hen die tot het huis van de keizer behoren.

Een tweede indeling. Een andere indeling dan die van de bestaande hoofdstukken[2]:

Hoofdstuk 1 :1-11  Dankzegging aan God voor de standvastigheid van de Filippenzen in het geloof.

Hoofdstuk 1 : 12-26  Mededelingen aangaande zijn gevangenschap, die geleid heeft tot de uitbreiding van het Evangelie.

Hoofdstuk 1 : 27 – 2:16 Opwekking tot een wandel, waardig het Evangelie en naar het voorbeeld van Christus.

Hoofdstuk 2 :17-30  Mededeling, dat hij, terwijl Epafroditus al vertrokken was, binnenkort ook Timotheüs tot hen hoopte te zenden.

Hoofdstuk 3  Waarschuwing tegen de joodsgezinde dwaalleraars, waarbij hij zichzelf ten voorbeeld stelt.

Hoofdstuk 4  Vermaningen, dankbetuiging, groeten.

Een derde indeling. Weer een andere verdeling:

deel 1, 1:1-11       groeten en dankzegging.

deel 2, 1:12-26     beschrijving van Paulus' gevangenschap en de zegen daarvan.

deel 3, 1:27-2:18  aanmoediging navolgers van Christus te zijn.

deel 4, 2:19-30     aanbeveling van Paulus' medewerkers Timotheüs en Epafroditus. 

deel 5, 3:1-4:3      waarschuwingen tegen valse leraren, eigen gerechtigheid, hoogmoed en verdeeldheid. 

deel 6, 4:4-9         oproep tot blijdschap, gebed en heilige levenswandel. 

deel 7, 4:10-23     dank voor de milde gaven, en persoonlijke groeten.

Christus

De brief geeft aan wat de Heer Jezus Christus voor ons is. Onder vier gezichtspunten wordt hij in de vier hoofdstukken van de brief aan ons voorgesteld:

  1. Hij is ons doel
  2. Hij is ons leven
  3. Hij is ons voorbeeld
  4. Hij is onze kracht

Commentaar en onderwerpen

De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Filippenzenbrief: 1 · 2 · 3 · 4.

Bronnen

H. Moll, Wat zegt Gods Woord over ...?, deel 3 (Oostburg: W.J Pieters, z.j.), blz. 116-117. Tekst hiervan is, onder toestemming, op 2 juni 2014 verwerkt.

C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 77. Hieruit is, onder toestemming, op 15 juni 2014 tekst gebruikt.

Meer informatie

Boeken

M.G. de Koning, De brieven aan de Filippiërs en Kolossers. Zwolle: uitgeverij Daniël 2006. Pagina's: het commentaar op de brief aan de Filippiërs gaat tot blz. 87. Verkrijgbaar als e-book (gratis download in pdf-formaat van OudeSporen.nl) en in boekvorm bij uitgeverij Daniël.

G.H. Kramer, Gegrepen door Christus. Vaassen: Medema, 1996. 168 pag. ISBN: 9063532601.

W.J. Ouweneel, de brieven van Paulus aan de Filippiërs en Kolossers. Winschoten: Uit het Wood der Waarheid, 1973. Het commentaar op de brief aan de Filippenzen gaat tot blz. 143.

J.N. Voorhoeve, Christelijke ervaring: een beschouwing over den Brief aan de Filippiërs. 's-Gravenhage: Voorhoeve, 1927. Te lezen en te downloaden bij Delpher.nl

G. Christopher Willis, Toewijding aan Christus; gedachten over de brief aan de Filippiërs. Apeldoorn: uitgeverij Medema, zonder jaar. Uit het Engels vertaald. Pagina's: 279.

Video's

Jacob Folkerts, De brief aan de Filippenzen, Youtube.com: De Betteld, 6, 7, 9, 10 juli 2020. Vier toespraken, over de vier hoofdstukken van de brief. Hoofdstuk 1, de toespraak (met geluid) begint op 19 min 57 sec. Inleiding tot de brief en behandeling van hoofdstuk 1. — Hoofdstuk 2, de toespraak begint op 17 min 50 sec. Korte inleiding tot de brief en behandeling van hoofdstuk 2. — Hoofdstuk 3, de toespraak begint op 24 min. 10 sec. — Hoofdstuk 4, de toespraak begint op 16 min. 38 sec.

Johan Schep, Eensgezind dienen. Youtube.com: United7.tv, 27 aug. 2020. Duur: ca. 45 min (vanaf 14 min. 30 sec. op de video). Voordracht gehouden op vakantiepark De Betteld te Zelhem, 27 aug. 2020. De spreker spreekt vooral over het eerste hoofdstuk van de brief aan de Filippenzen. Vervolg: Fil. 1:27v. Youtube.com: United7.tv, 12 okt. 2020.

Overig

Bijbelstudiemateriaal over de brief of passages ervan op OudeSporen.nl

Voetnoten

  1. Zo de inleiding tot de brief in de TELOS-vertaling (1982).  C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 77, heeft 'tussen de jaren 61 en 63 geschreven'. 
  2. C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 77.