Claudius I

Uit Christipedia

Claudius I (Lyon 10 v. C. – Sinuessa 13 okt. 54 n.C.), kortweg Claudius, was een Romeins keizer en tijdgenoot van de apostelen van Jezus Christus. Zijn volle naam was Tiberius Claudius Drusus Nero Germanicus. Hij was de vierde Romeinse keizer en regeerde van 41 tot 54 na Chr.

Verwanten. Hij was een zoon van Antonia Minor en Augustus’ stiefzoon Drusus, neef van keizer Tiberius en jongere broer van Germanicus.

Herodes Agrippa I wende zijn invloed aan ten gunste van de verkiezing van Claudius tot keizer. Claudius besteeg de troon op 24 juni van het jaar 41. Hij was de eerste keizer die door het leger was gekozen. Claudius beloonde de inspanningen van Agrippa door aan diens gebied toe te voegen Judea, Samaria en enige delen van Libanon.

Vermelding in NT. De geschiedenis van het Nieuwe Testament viel onder het bewind van de Romeinse keizers Augustus, Tiberius, Caligula, Claudius en Nero. Claudius wordt tweemaal in het Nieuwe Testament genoemd (Hand 11:28, Hand 18:2). 

Hongersnood. Tijdens zijn heerschappij kwam een grote hongersnood, die door de profeet Agabus was voorzegd.
Hnd 11:28 En een uit hen, genaamd Agabus, stond op en gaf door de Geest te kennen, dat er een grote hongersnood zou komen over het hele aardrijk. Die is ook gekomen onder Claudius. (TELOS)
Ook uit buiten-bijbelse bronnen is bekend dat tijdens de regering van Claudius in vele provincies voedselschaarste heerste. Op verschillende plaatsen zijn hongersnoden geweest. Vooral tussen 45 en 48 was er herhaald gebrek in Rome en in Judea. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josefus verhaalt dat omstreeks 46 Palestina geteisterd werd door hongersnood[1].

Jodenverdrijving. Claudius beval ca. 49/50 na Chr. dat alle Joden uit Rome moesten vertrekken. Onder hen die vertrokken was ook het echtpaar Aquila en Priscilla.

Hnd 18:2 En hij vond een Jood genaamd Aquila, van geboorte uit Pontus, die onlangs uit Italie was gekomen, met zijn vrouw Priscilla (omdat Claudius had bevolen dat alle Joden uit Rome moesten vertrekken) en hij ging naar hen toe; (TELOS)

De Joden moesten vertrekken vanwege hun "voortdurende oproerigheid onder leiding van Crestus". Zonder twijfel wordt hier gezinspeeld op de twistgesprekken tussen joodse christenen en Joden te Rome. De heidense Romeinen hielden de Joden en de Christenen voor volk van één religie. De romeinse geschiedschrijver Suetonius bericht, dat spanningen en onlusten in de joodse gemeente van Rome vanwege de prediking aangaande Christus oorzaak waren voor deze verdrijving.  Suetonius schrijft: ‘De Joden verdreef hij (nl. Claudius) uit Rome omdat zij op aandrijven van Chrestus (= Christus?) voortdurend onrust stichtten'. Vermoedelijk waren Aquila en Priscilla, die tot Paulus’ medewerkers behoorden, in Rome al tot geloof in de Heer Jezus gekomen.

Einde. Claudius is in 54 na Chr. gestorven, waarschijnlijk vergiftigd door zijn vierde vrouw.

Israël 100 — 0 v.C. < Israël en Gemeente 0 — 49 na C. > 50 — 99 na C.
Herodes Agrippa IIAnaniasEerste zendingsreis van PaulusHerodes Agrippa IPetrusJakobus (zoon van Zebedeüs)Herodes Agrippa IClaudius IPaulusStefanusPontius PilatusKajafasValerius GratusTiberiusAnnasHerodes AntipasFilippus (viervorst)ArchelaüsJezus ChristusJohannes de DoperAugustus
0 — 49 n.C. < Israël en Gemeente 50 — 99 > Kerkgeschiedenis 100 — 199
Openbaring van JohannesJeruzalemClemens RomanusDidachè2 PetrusPaulus2 Timotheüs1 PetrusTitusbrief1 TimotheüsHandelingen van de ApostelenBrief aan de HebreeënBrief aan FilemonEfezebriefPorcius FestusBrief van JakobusKolossenzenbriefFilippenzenbriefRomeinenbrief2 Korinthiërs1 KorinthiërsDerde zendingsreis van PaulusNero (keizer)Felix (stadhouder)GallioTweede zendingsreis van PaulusGalatenbriefHerodes Agrippa IIAnaniasClaudius I

Meer informatie

Claudius I, Wikipedia.nl.

Voetnoot

  1. Het commentaar van Dachsel, Van Lingen en Van Griethuijsen (onderdeel van de Online Bible) op Hand 11:28, stelt dat de hongersnood het land Israel trof in het jaar 45, een jaar na de profetie van Agabus.  De Joodse geschiedschrijver Flavius Josefus verhaalt dat omstreeks 46 Palestina geteisterd werd door hongersnood en dat de joodse koninginmoeder van Adiabene (Noord-Oost Mesopotamië) koren kocht in Egypte ter verlichting van de nood in Palestina. Bron: Tekst voor Tekst, onderdeel van de Online Bible, bij Hand 11:28.