Draak

Uit Christipedia

Een draak (Grieks: drakon; Lat. draco; Engels: dragon; Du. Drache) is een dier met een slangachtig of reptielachtig lichaam. In de Bijbel slaat "draak" op een grote gevaarlijke slang of zeemonster, of symbolisch op een gevaarlijke macht (bijv. de satan).

Het Nederlandse woord draak komt van het Griekse woord drakon (δράκων).

Standbeeld van een draak in Klagenfurt, Oostenrijk, 2010

Een draak is, volgens het online woordenboek van Van Dale, een “monster met hoorns, vleugels en vurige ogen”[1]. Het is een “fabelachtig monster, verschrikkelijk om aan te zien”[2]. De draak wordt voorgesteld “als een gevleugelde vuurspuwende slang, of als een geschubd dier met een kam, twee of vier klauwen, een spitse tong en een lange staart.”[2]

Bij de Grieken, Romeinen, Arabieren en andere volken komen wonderlijke voorstellingen over draken voor. De draak wordt voor kwaadaardig gehouden, behalve in China, waar een draak geluk brengt. Mogelijk zijn de draken in volksverhalen verbeeldingen van bestaande dieren (bij voorbeeld van de krokodil) of historisch reële maar inmiddels uitgestorven dieren, die vroeger gelijktijdig met de mens leefden, bij voorbeeld dinosaurussen[3].

In de Bijbel is de draak letterlijk een gevaarlijk monsterachtig dier en figuurlijk een zinnebeeld van de koning van Egypte en van satan, de overste van deze wereld. In het Oude Testament is het Hebreeuwse woord “tannim” het woord voor “draak”, “zeemonster” en dergelijke.

Tannin

In het Oude Testament in de Statenvertaling is “draak” de vertaling van het Hebreeuwse woord tannim. Men krijgt de indruk dat ‘tannim' wordt gebruikt voor een dier met de volgende hoedanigheden:

  • een groot, lang dier
  • een verschrikkelijk dier: een dier met een schrikwekkend voorkomen
  • een gevaarlijk dier, bijv. doordat het giftig is
  • een water- of landdier

Groot dier

De tannim is een groot dier. Dat blijkt bijv. uit de volgende passage waarin “tannim” figuurlijk wordt toegepast op de koning van Babel. Jeruzalem zegt van de koning van Babel dat deze haar verslonden heeft als een draak.

Jer 51:34 Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld [als] een ledig vat, hij heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven. (SV)

De koning van Egypte is als een groot monster dat met zijn poten het water van de rivieren vermoddert.

Eze 32:2 Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeen, en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren. (SV)

In het boek Openbaring vervolgt de draak, die duivel, die uit de hemel op de aarde geworpen was, de vrouw die de jongen gebaard had (Opb. 12:13). De draak wil de vrouw verslinden.

Watermonster

De tannin kan een monsterlijk dier in het water van de zee of rivieren zijn. Wat een zeemonster betreft valt bij voorbeeld te denken aan een walvis of een grote haai.

In Gen. 1:21 vertaalt de Statenvertaling door “walvissen”.

Ge 1:21 En God schiep de grote walvissen (“zeedieren”, NBG51; “gedrochten”, Naardense bijbel; “zeemonsters”, NBV2004), en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed [was]. (SV)

Job 7:12  Ben ik dan een zee, of walvis (“draak”, NB; “zeemonster”, NBG51, NBV2004), dat Gij om mij wachten zet? (SV)

Ps 74:12 Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde. Ps 74:13 Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt de koppen der draken in de wateren verbroken. Ps 74:14 Gij hebt de koppen des Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen. Ps 74:15 Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. (SV)

Ps 148:7 Looft den HEERE, van de aarde; gij walvissen (“grote zeedieren”, NBG51; “draken”, Naardense bijbel; “zeemonsters”, NBV2004) en alle afgronden! (SV)

Jes 27:1 Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is, doden. (SV)

De koning van Egypte wordt vergeleken met een groot watergedrocht.

Eze 29:3 Spreek en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik [wil] aan u, o Farao, koning van Egypte! dien groten zeedraak (“monster”, NBG51; “draak”, NB; “krokodil”, NBV2004), die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: Mijn rivier is de mijne, en ik heb [die] voor mij gemaakt. (SV)

Eze 32:2 Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeën (“zeemonster”, NBG51;  en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren. (SV)

Landmonster

In meerdere gevallen is sprake van een giftig, slangachtig, groot dier.

De staf van Mozes wordt wonderbaarlijk veranderd in een tannim. Daarna veranderen de tovenaars door bezweringen hun staven in tannim. De staf van Mozes echter verslindt de staven van de tovenaars. De Statenvertaling vertaalt “tannim” door “draak”.

Ex 7:9  Wanneer Farao tot ulieden spreken zal, zeggende: Doet een wonderteken voor ulieden; zo zult gij tot Aaron zeggen: Neem uw staf, en werp [hem] voor Farao’s aangezicht neder; hij zal tot een draak (“slang”,  NBG51; “grote slang”, NBV2004) worden. (SV)

Ps 91:13  Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak (“slang”, WV95, NBV2004; “draak”, NB) vertreden. (SV)

De 32:33  Hun wijn is vurig drakenvenijn (“slangenvenijn”, WV95; “gloed van draken”, NB), en een wreed adderenvergift. (SV)

Gr. drakon

Drakon (δρακων) is het Griekse woord voor “draak”. Ons woord “draconisch” komt daarvan.

De Septuaginta, de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, vertaalt het Hebreeuwse woord "tannin" met "drakon".

In het Nieuwe Testament komt het woord ‘draak’ voor als vertaling van het Griekse woord drakon (δρακων). "Drakon" wordt alleen in het laatste bijbelboek gebruikt; het komt voor in twaalf verzen en heeft een symbolische betekenis.

Leviathan

Op meerdere plaatsen wordt de tannim in verband gebracht met de Leviathan, een monsterachtig dier.

Ps 74:12 Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde. Ps 74:13 Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt de koppen der draken in de wateren verbroken. Ps 74:14 Gij hebt de koppen des Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen. Ps 74:15 Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. (SV)

In de toekomst zal God de Leviathan, een tannim die in de zee is, doden. Men moet denken aan het beest uit de zee in het bijbelboek Openbaring. Men kan echter ook denken aan de Egyptische wereldmacht en/of de koning van Egypte (vgl. Jes. 51:9).

Jes 26:19 Uw doden zullen leven, [ook] mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt op en juicht, gij, die in het stof woont! want uw dauw zal zijn [als] een dauw der moeskruiden, en het land zal de overledenen uitwerpen. Jes 26:20  Ga henen, mijn volk! ga in uw binnenste kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga. Jes 26:21 Want ziet, de HEERE zal uit Zijn plaats uitgaan, om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde over hen te bezoeken; en de aarde zal haar bloed ontdekken, en zal haar doodgeslagenen niet langer bedekt houden. Jes 27:1  Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is, doden. (…) Jes 27:6 In het toekomende zal Jakob wortelen schieten, Israël zal bloeien en groeien; en zij zullen de wereld met inkomsten vervullen. (SV)

Vliegende draak

De Schrift spreekt ook van vliegende draken, dus gevaarlijke monsterachtige dieren die zich in de lucht konden verplaatsen. Het is niet duidelijk welke (al of niet uitgestorven) dieren bedoeld zijn.

Jes 14:29 Verheug u niet, gij gans Palestina! dat de roede die u sloeg, gebroken is; want uit de wortel der slang zal een basilisk voortkomen, en haar vrucht zal een vurige vliegende draak zijn. (SV)

Jes 30:6 De last der beesten, van het zuiden, naar het land des angstes, en der benauwdheid, van waar de sterke leeuw en de oude leeuw is, de basilisk en de vurige vliegende draak; hun goederen zullen zij voeren op den rug der veulens, en hun schatten op de bulten der kemelen, tot het volk, [dat] [hun] geen nut zal doen. (SV)

De draco volans (Latijn voor "vliegend draak") een soort boomhagedis in Azië. Hij wordt “vliegende draak” of "vliegend draakje" genoemd. Het reptiel kan maximaal 25 cemtimeter lang worden[4].

Draco volans

God tegen de tannim

God zal de (figuurlijke) zeedraak doden.

Jes 27:1  Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is, doden. (SV)

Egypte of de koning van Egypte wordt vergeleken met een draak, die door God is doorboord:

Jes 51:9  Ontwaak, ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de verledene dagen, [als] [in] de geslachten van ouds; zijt Gij het niet, Die Rahab uitgehouwen hebt, Die den zeedraak (“draak”, NB, WV78, WV95; “zeedraak”, NBG51; “monster”, NBV2004) verwond hebt? (SV)

Satan

In de Heilige Schrift wordt de satan voorgesteld als een grote, vuurrode draak. Van hem is sprake in Opb. 12:3-13:4; 20:2-3.

Opb 12:3 En er werd een ander teken gezien in de hemel; en zie, een grote, vuurrode draak met zeven koppen en tien horens en op zijn koppen zeven diademen. Opb 12:4 En zijn staart sleepte het derde deel van de sterren van de hemel mee en wierp ze op de aarde. En de draak stond voor de vrouw die zou baren, om zodra zij haar kind zou baren, het te verslinden. Opb 12:7 En er kwam oorlog in de hemel: Michael en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, en de draak voerde oorlog en zijn engelen; Opb 12:8 en hij was niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. Opb 12:9 En de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die genoemd wordt duivel en de satan, die het hele aardrijk misleidt; hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen. (TELOS)

De vrouw op de zevenkoppige draak uit Openbaring

In de Europese middeleeuwen, die door de Bijbel en het christendom zijn beinvloed, was de draak een symbool van de duivel.

In de toekomende tijd zal een engel de draak (satan) grijpen en duizend jaren binden.

Opb 20:2 En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem duizend jaren; (TELOS)

Voetnoten

  1. Zie www.VanDale.nl, 2011.
  2. 2,0 2,1 Van Dale’s Woordenboek s.v. Draak, 1964. 
  3. De gangbare evolutionistische opvatting in de wetenschap is echter dat dinosaurussen leefden en uitstierven voordat de mens op het aardse toneel verscheen.
  4. Voor meer informatie, zie artikel Vliegend draakje op Wikipedia.nl