Edgar Andrews

Edgar Harold Andrews (geboren 16 dec. 1932 te Didcot, Oxfordshire, Engeland) is een emeritus hoogleraar materiaalkunde aan de universiteit van Londen. Hij verdedigt het geloof aan het bestaan van God met redelijke argumenten.

Loopbaan

Andrews was van 1953-1955 technisch medewerker bij Imperial Chemical Industries Ltd, Welwyn Garden City, Engeland, en van 1955 - 1963 hoofdnatuurkundige bij de Rubber Producers' Research Association, Welwyn Garden City.

In 1967 richtte hij aan het Queen Mary College te Londen de afdeling materiaalkunde op. Hij begon daar als rector. Van 1971 tot 1974 was hij daar decaan technische wetenschappen. Van 1968 tot aan zijn emeritaat in 1998 was hij hoogleraar materiaalkunde.

Ook was hij directeur van QMC Industrial Research Londen (1970-1988), Denbyware PLC Ltd (niet uitvoerend-directeur, 1971-1981), Materials Technology Consultants Ltd (1974-heden), Evangelical Press (1975-2004) en Fire and Materials Ltd (1985-1988). In 1977 ontving hij de A. A. Griffith Silver Medal van de Materials Science Club of Great Britain (voor zijn gepubliceerde werk over breuken in polymeren).

Hij zat vijf jaar in de Wetenschappelijke Adviesraad van Neste Oil, de nationale oliemaatschappij van Finland die in 1948 onder naam Neste Oy werd opgericht. Edgar Andrews was meer dan dertig jaar internationaal adviseur van de Dow Chemical Company (VS en EU) en twintig jaar adviseur van de 3M Company (VS).

Hij trad veelvuldig op als wetenschappelijk getuigedeskundige in rechtzaken in het Britse Hooggerechtshof en in gerechtshoven in de VS en Canada.

Hij was de eerste president van de Biblical Creation Society, was redacteur van de Evangelical Times (1998-2008).

Hij heeft meer dan honderd wetenschappelijke studies en boeken gepubliceerd, alsook twee bijbelcommentaren en verscheidene werken over wetenschap, religie en theologie.

Hij is tevens voorganger van de Campus Church in Welwyn Garden City, Hertfordshire, Engeland.

Andrews is sinds 1998 emeritus hoogleraar materiaalkunde aan de universiteit van Londen.

Opleiding, lidmaatschappen en overige werkzaamheden

Behaald aan de universiteit van Londen:

BSc (theoretische natuurkunde, 1953),
PhD (toegepaste natuurkunde, 1960),
DSc (natuurkunde, 1968, een hoger doctoraat, toegekend door vakgenoten na beoordeling van enkele van zijn gepubliceerde werken).

De overige titels zijn professionele kwalificaties:

FInstP (Fellow of the Institute of Physics - hij werd op de vroegst mogelijke leeftijd van 25 jaar lid van het Instituut voor de Natuurkunde),
FIMMM (Fellow of the Institute of Materials, Minerals and Mining - lid van het Instituut voor Materialen, Mineralen en Mijnwezen),
CEng (Chartered Engineer - geregistreerd technisch ingenieur bij de Engineering Council UK, het Britse regulerende orgaan voor technische ingenieurs - de houder heeft academische resultaten behaald en is professioneel bekwaam t.g.v. training en ervaring), en
CPhys (Chartered Physicist - een speciale status toegekend door het Instituut voor de Natuurkunde voor een van zijn zijn specialisaties in de natuurkunde en zijn profesionele bekwaamheden). De CPhys lijkt op CEng, maar is meer gerelateerd aan de natuurkunde.

Bovendien verschenen enkele van Andrews' artikelen in de Proceedings of the Royal Society (Engelands voornaamste wetenschappelijke tijdschrift). Daarnaast is Andrews ook nog internationaal expert op het gebied van polymeren (zeg maar 'grote moleculen'). Dat betekent dat hij vanwege zijn kennis en ervaring op dat gebied niet alleen internationaal bekend is, maar ook dat hij veel gevraagd wordt voor het geven van lezingen op conferenties, aan universiteiten en voor industriële organisaties.

Debat met evolutionisten

In februari 1986 werd hij samen met A. E. Wilder-Smith uitgenodigd door de Oxford Union Society, een debatvereniging in Oxford, om deel te nemen aan het Huxley Memorial Debate (genoemd naar de anatoom Thomas Huxley, een van de belangrijkste aanhangers van Darwins theorie in de 19e eeuw). Zie voor meer over dat debat het artikel over A. E. Wilder Smith.

Michigan Molecular Institute

In 1972 was Edgar Andrews een van de vier wetenschappers die speciaal waren uitgenodigd om een wetenschappelijke artikelenreeks voor het MMI te schrijven en deze vervolgens te presenteren op het wetenschappelijk symposium dat plaatsvond na de feestelijke openingsceremonie van het MMI. Het hele gebeuren duurde 3 dagen (van 28 tot en met 30 september 1972). De openingsceremonie duurde tot aan de lunch op de eerste dag, en het wetenschappelijk symposium nam de resterende tweeënhalve dag in beslag. Andrews verwijst naar deze bijeenkomst op pagina 238 en 353 in zijn boek Wie heeft God gemaakt? Aan het symposium deden meer dan vierhonderd wetenschappers uit alle delen van de wereld mee (een wetenschappelijk symposium is een artikelenreeks over hetzelfde onderwerp door verschillende auteurs). Er werden meerdere artikelen gepresenteerd, maar die van Edgar Andrews behoorde tot de vier speciaal 'uitgenodigde artikelen'. Deze vier artikelen (van dr. Paul. J. Flory, dr. Melvin Calvin, Donald Lyman en Edgar Andrews) werden later verzameld en gepubliceerd in H. G. Elias' Trends in Macromolecular Science (Midland Macromolecular Monographs, dl. 1, Gordon & Breach, New York / Londen, 1973). Ze werden ook gepubliceerd in Angewandte Chemie (Intern. Ed. 1974, dl. 13, nr. 2).

De hoofdsprekers van de openingsceremonie (dag 1 tot aan de lunch) waren dr. Herman Francis Mark - door velen gezien als de vader van de macromoleculaire wetenschappen - en dr. Paul Flory, die twee jaar later de Nobelprijs voor de chemie zou krijgen. Andere belangrijke aanwezigen bij de openingsceremonie waren dr. Melvin Calvin (winnaar van de Nobelprijs voor de chemie in 1961), dr. Charles Overberger (destijds vicevoorzitter van de afdeling wetenschappelijk onderzoek van de universiteit van Michigan) en Herbert D. Doan (destijds president van de Michigan Foundation for Advanced Research, dat in de begintijd de belangrijkste sponsor van het MMI was). De historypagina op de MMI website verwijst alleen naar de toespraken die gehouden werden door voorname personen tijdens de openingsceremonie, niet naar de presentatie van de wetenschappelijke artikelen.

Volgens Andrews worden de drie andere aanwezige grote wetenschappers (Calvin, Overberger en Doan) waarschijnlijk gewoon genoemd vanwege dikdoenerij. Calvin vanwege zijn Nobelprijs, Overberger omdat hij naast polymeerwetenschapper ook vertegenwoordiger was van de plaatselijke universiteit die betrokken was bij de oprichting van het MMI, en Doan omdat hij toen directeur was van de Dow Chemical Company (waarvan het hoofdkantoor ook in Midland staat, waar het MMI is opgericht) en de voornaamste drijfkracht was achter het idee en de financiering van het nieuwe Instituut. De MMI website verwijst dus alleen naar het ceremoniële deel, niet naar het wetenschappelijke deel.

Belangrijkste werken

Chemistry and Physics of Rubberlike Substances (1963) - mede-auteur. Editor: Leslie Bateman, destijds directeur van het Natural Rubber Producers' Research Association (waar Andrews hoofdnatuurkundige was), Welwyn Garden City, UK (London, Maclaren; New York, Wiley). Dit is volgens Andrews een werk waaraan vele auteurs hebben bijgedragen, waaronder verschillende toenmalige onderzoekers van het NRPRA, inclusief Andrews zelf.
Fracture in Polymers (1968). Een monografie (wetenschappelijke studie over één bepaald onderwerp).
Molecular Fracture in Polymers (1978) - medeauteur.
Developments in Polymer Fracture, 1979.
From Nothing to Nature; A Basic Guide to Evolution and Creation (1989). Vertaald in tien talen (anno 2012).
Who made God? Searching for a Theory of Everything (2009). In het Nederlands uitgegeven onder de titel Wie heeft God gemaakt? - Op zoek naar een allesverklarende theorie (Uitgeverij Maatkamp, Zelhem, 2012, 429 pagina's). Het boek heeft een eigen website met aanvullende artikelen en interviews. De Nederlandse editie is ook verkrijgbaar als e-book en iBook. Tekst achterflap: 'Een boek van een vermaard wetenschapper over het bestaan van God ... behandelt moeilijke vragen over wetenschap, filosofie en geloof met verbazingwekkende eenvoud. Edgar Andrews ontmaskert de pretenties van het 'nieuwe atheïsme' van Richard Dawkins en anderen, waarbij hij scherpe argumenten op een vriendelijke en humoristische wijze weet over te brengen. De auteur wil echter niet alleen het huidige agressieve atheïsme bestrijden, maar ook een logisch samenhangend en over het geheel meer bevredigend alternatief bieden. Hij beschrijft hoe zijn collega-natuurkundigen ervan dromen een 'theorie van alles' te vinden die alle natuurkundige processen en verschijnselen in het universum omvat. Maar hij wijst erop dat 'het bestaan' uit meer bestaat dan alleen de materiële wereld - de dingen die het leven de moeite waard maken, zijn doorgaans immaterieel van aard. Zou er dan een allesverklarende theorie kunnen bestaan die niet alleen ruimte, tijd, materie en energie omvat, maar ook hart en verstand, geweten en geest? Ja, die theorie bestaat, zoals dit boek aantoont. Het is de Godhypothese, een 'theorie' die, ondanks zijn tegenstanders, nog steeds hoog uitsteekt boven het barre landschap van atheïsme en wanhoop.'
Wat is de mens? Adam, alien of aap? (Uitgeverij Maatkamp, Zelhem, 2018, 384 pagina's). Zie hier voor een inkijkexemplaar en recensies.

Audio interviews

Interview met Edgar Andrews (hier is de directe link - opent uw mediaplayer). Interview door Brian Auten van Apologetics 315. Duur: 50 minuten.

Discussie tussen Edgar Andrews en Robert Stovold. Interview door Premier Christian Radio. Duur: 1 uur en 20 minuten.

Edgar Andrews over The Grand Design, het nieuwste boek van Stephen Hawking. Interview door Bill Feltner van Pilgrim Radio. Duur: 25 minuten.

Edgar Andrews bijdrage aan het Huxley Memorial Debate, aan de Oxford Union op 16 februari 1986, waar hij samen met A. E. Wilder-Smith de stelling verdedigde dat de leer van de schepping betrouwbaarder is dan de evolutietheorie.

Bronnen

Edgar Harold Andrews, biography.