Exodus 26

Uit Christipedia

Exodus 26 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40.

Samenvatting

In het kort: tabernakel en tent. 1-6 De katoenen gordijnen die de tabernakel, 7-13 de haren gordijnen die de tent vormen zullen, 14 en de lederen dekkleden. 15-30 De planken die de wanden zullen uitmaken, de dwarsbalken, de ringen en de oprichting van de tabernakel. 31-34 Het voorhangsel voor het allerheiligste, waarin de ark met het verzoendeksel moet geplaatst worden. 35 Waar de toonbroodtafel en de luchter zullen staan, 36v en hoe voor de ingang van het heilige een tapijt moet hangen.

1

Ex 26:1  De tabernakel nu zult u maken van tien gordijnen, van getweernd fijn linnen, en hemelsblauw, en purper, en scharlaken, [met] cherubim; van het allerkunstelijkste werk zult u ze maken. (CP[1])

God wenste te midden van zijn volk te wonen in eenzelfde woning als zij hadden: een tent. De gordijnen drukken iets uit van Hem die onder ons gewoond (Joh. 1:14 zegt letterlijk "getabernakeld") heeft: onze Heer Jezus Christus.

Hemelsblauw. De kleur van de hemel (zie Hemelsblauw). De Heer Jezus was door de Vader gezonden uit de hemel. Zijn herkomst was de hemel, de woonplaats van God en de engelen.

Purper. De kleur van vorsten en aanzienlijken (zie Purper). Onze Heer was een koning. Om Hem als de Koning der Joden voor te stellen, deden de soldaten hem een purperen mantel om, waarmee zij aangaven dat bij een koning een mantel in de kleur purper hoorde.

Scharlaken. Ook deze kleur spreekt van een aanzienlijk persoon. Zie Scharlaken. Volgens Mattheüs deden de soldaten Jezus een scharlaken mantel om. Onze zonden zo rood zijn als scharlaken (Jes. 1:18). In het laatste geval spreekt de kleur misschien van bloedvergieten.

Cherubim. God woont te midden van de cherubim. Zij zijn dragers van Gods heerlijkheid en vertegenwoordigen Zijn kracht in de schepping en in Zijn regering. Zie Cherubim. Op het verzoendeksel van de verbondsark in het Allerheiligste waren twee cherubbeelden op de beide uiteinden van het deksel (Ex. 25:18-19).

3

Ex 26:3  Er zullen vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de andere; wederom zullen er vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de andere. (SV)

De tien gordijnen (dekkleden) - zie vs. 1 - wordt in twee groepen van elk vijf gordijnen verdeeld.

4

Ex 26:4  En gij zult hemelsblauwe striklisjes maken aan den kant van de ene gordijn, aan het uiterste, in de samenvoeging; alzo zult gij ook doen aan den uitersten kant der gordijn, aan de tweede samenvoegende. (SV)

Elk van de tien dekkladen was 28 ellen lang en 4 ellen breed. Aan de lange zijde werden ze aan elkaar verbonden door hemelsblauwe lussen (vs. 5). De 50 lussen van het ene gordijn werden door ringen verbonden met de 50 lussen van het andere gordijnen. Zo werden zij samengevoegd.

5

Ex 26:5  Vijftig striklisjes zult gij aan de ene gordijn maken, en vijftig striklisjes zult gij maken aan het uiterste der gordijn, dat aan de tweede samenvoegende is; deze striklisjes zullen het ene aan het andere samenvatten. (SV)

Aan de lange zijde werden de kleden (gordijnen) aan elkaar verbonden door 50 lussen (vs. 5). De 50 lussen van het ene gordijn werden door gouden haakjes (vs. 5) verbonden met de 50 lussen van het andere gordijnen. Zo werden de dekkleden samengevoegd.

22

Ex 26:22  Doch aan de zijde van de tabernakel tegen het westen zult u zes planken maken. (CP[1])

De zijde van de tabernakel tegen het westen. De westzijde is de achterkant van de tabernakel.

23

Ex 26:23  Ook zult u twee planken maken tot de hoekplanken van de tabernakel, aan de beide zijden. (CP[1])

De achterkant van de tabernakel krijgt op elke hoek een paar haaks verbonden planken.

25

Ex 26:25  Zo zullen de acht planken zijn met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten; twee voeten onder een plank, wederom twee voeten onder een plank. (CP[1])

Acht planken. 1 hoekplank + 6 planken + 1 hoekplank = 8 planken.

De acht planken aan de achterkant

26

Ex 26:27  En vijf dwarsbalken aan de planken van de andere zijde van de tabernakel; alsook vijf dwarsbalken aan de planken van de zijde van de tabernakel, aan de beide zijden westwaarts. (CP[1])
Een tweede weergave van de verticale planken met de vijf horizontale balken.

31

Ex 26:31  Daarna zult gij een voorhang maken, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; van het allerkunstelijkste werk zal men dien maken, met cherubim. (SV)

Een voorhang. Voor het allerheiligste, zo blijkt uit het vervolg.

Hemelsblauw, en purper, en scharlaken. De kleur van de hemelse herkomst van de Messias (→ hemelsblauw), en de kleur van Zijn koninklijke waardigheid (→ purper), en de kleur van Zijn offerbloed (→ scharlaken).

32

Ex 26:32  En gij zult hem hangen aan vier pilaren van sittim [hout], met goud overtogen; hun haken zullen van goud zijn; [staande] op vier zilveren voeten. (SV)

Vier pilaren.

De vier pilaren van het voorhangsel.

35

Ex 26:35  De tafel nu zult gij zetten buiten den voorhang, en den kandelaar tegen de tafel over, aan de ene zijde des tabernakels, zuidwaarts; maar de tafel zult gij zetten aan de noordzijde. (SV)
De tafel aan de noordkant, de kandelaar aan de zuidzijde.
Tweede weergave. (De pilaren aan de ingang waren vijf in getal, zie vs. 37, niet drie als op deze tekening. )

36

Ex 26:36  Gij zult ook aan de deur der tent een deksel maken, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, geborduurd werk. (SV)

De deur der tent. De ingang tot het Heilige, de uitgang naar de voorhof.

Een deksel. Het voorhangsel, hier deksel genaamd, was gelijk aan dat, wat voor het Heilige der Heilige hing, maar miste het stikwerk; het was niet met figuren van cherubs doorweven.

Bronnen

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Ex. 26 is onder wijziging verwerkt op 15 dec. 2021.

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 26:36. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 27 dec. 2021.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.