Exodus 30

Uit Christipedia

Exodus 30 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van Exodus zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Exodus: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40.

Samenvatting

1-10 Het reukaltaar en reukwerk daarop. 11-16 Het hefoffer. 17-21 Het koperen wasvat. 22-33 De heilige zalfolie. Samenstelling. De te zalven en zodoende te heiligen voorwerpen en zaken. Verbod op maken voor andere toepassingen. 34-38 Het heilige reukwerk.

6

6  En u zult het zetten voor de voorhang, die voor de ark der getuigenis zijn zal; voor het verzoendeksel, dat zijn zal boven de getuigenis, waarheen Ik met u samenkomen zal. (CP[1])

Voor de voorhang. Deze voorhang scheidde het Allerheilige van het Heilige.

De plaats van het reukaltaar was tussen de gouden kandelaar en de tafel van de toonbroden in, maar dichter bij het voorhangsel.

Voor het verzoendeksel ... waarheen Ik met u samenkomen zal. De plaats van het gouden altaar staat in verband met het verzoendeksel, met de aanspraakplaats, waar Mozes met God sprak. Daarom wordt dat altaar in 1 Kon.6:22 genoemd het altaar, die voor de aanspraakplaats was. Zo nauw was de betrekking en zo nauw hing zijn betekenis samen met de spreekplaats.[2]
1Kon 6:22  Alzo overtoog hij het ganse huis met goud, totdat het ganse huis volmaakt was; daartoe overtoog hij met goud het gehele altaar, dat voor de aanspraakplaats was. (SV)

23

Ex 30:23  Gij nu, neem u de voornaamste specerijen, de vanzelf gevloeide mirre, vijfhonderd [sikkels], en specerijkaneel, half zoveel [namelijk] tweehonderd en vijftig [sikkels], ook specerijkalmus, tweehonderd en vijftig [sikkels]; (CP[1])

Voornaamste. Fijnste, beste.

Vanzelf gevloeide mirre. (Dik)vloeibare mirre, welke vanzelf uit de boom uitgevloeid is.

Specerijkaneel. Welriekende (geurige) kaneel.

Specerijkalmus. Welriekende (geurige) kalmoes.

24

Ex 30:24  Ook kassie, vijfhonderd, naar de sikkel van het heiligdom, en olie van olijfbomen een hin; (CP[1])

Kassie. Kassie is eveneens een welriekende stof; zie Kassie.

Naar de sikkel van het heiligdom. Deze sikkel was het ijkgewicht.

32

Ex 30:32  Op geens mensen vlees zal men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke maken; het is heiligheid, zij zal ulieden heiligheid zijn. (SV)

Op geens mensen vlees. Op geen vlees van een mens. De bedoeling is, op het vlees van een gewoon mens, van iemand, die geen priester was. [2] In het Oosten werden mensen gezalfd bij feesten en andere gelegenheden.

Ps 23:5  Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende. (SV)

Lu 7:46  Met olie hebt u mijn hoofd niet gezalfd, maar zij heeft met balsem mijn voeten gezalfd. (Telos)

Voor een dergelijk gebruik mocht de olie der heilige zalving niet worden aangewend.

Naar haar maaksel. Naar de verhouding van de verschillende specerijen, die God opgegeven heeft.

33

Ex 30:33  De man, die zulk een zalf maken zal als deze, of die daarvan op wat vreemds doet, die zal afgesneden worden van zijn volken. (CP[1])

Afgesneden. Statenvertaling, Herziene Statenvertaling: 'uitgeroeid'. Onduidelijk is of het om uitstoting (NBV) of zelfs om doodstraf[3] gaat. Vergelijk:

Ex 31:14  Ja, u moet de sabbat in acht nemen, want die is voor u heilig. Wie hem ontheiligt, moet zeker gedood worden, ja, ieder die op die [dag] werk verricht, die persoon moet uitgeroeid worden uit het midden van zijn volksgenoten. (HSV)

Wat vreemds. 'Een onbevoegde' (= iemand anders dan een priester) hebben de Herziene Statenvertaling en de NBV2004-vertaling.

34

Ex 30:34  Verder zei de HEERE tot Mozes: Neem tot u welriekende specerijen: harsdruipsel, en cistushars, en galban, [deze] welriekende specerijen, en zuivere wierook; in gelijke delen moeten zij zijn. (CP[1])
Galbanum

Harsdruipsel. De kerngedachte is 'druppel'. Andere vertalingen: 'mirresap' (SV), 'druipende hars' (NBG51, HSV), 'balsemhars' (NBV2004), 'amber' (Canisius), 'druppelhars' (NaB).

Cistushars. Het Hebreeuwse woord komt slechts 1x in de Bijbel voor. Andere vertalingen: 'oniche' (SV), 'onyx' (HSV, NBG51), 'barnsteen' (NaB). Omdat het om reukwerk gaat, moeten we aan een hars denken, niet aan een steen, gefossiliseerde hars. De vertaling NBV2004 heeft 'cistushars', d.i. hars van een Cistusplant. Cistus is een plantengeslacht. Van de soort Cistus ladanifer wordt hars gewonnen, genaamd 'labdanum'. Deze hars wordt gebruikt voor het maken van een parfum.

Galbanum. Galbanum is een hars afkomstig van de plant Ferula gummosa.

In gelijke delen moeten zij zijn. Van al deze ingrediënten dezelfde hoeveelheden.

35

Ex 30:35  En u zult een reukwerk maken, een mengsel naar het werk van een menger, met zout gemengd, zuiver, heilig. (CP[1])

Menger. De kengedachte is: bereider, menger. Andere vertalingen: 'apotheker' (SV), 'geurmenger' (NaB), 'zalfbereider' (NBG51, HSV), 'reukwerker' (NBV2004).

36

Ex 30:36  En gij zult van hetzelve heel klein pulver stoten, en gij zult daarvan leggen voor de getuigenis in de tent der samenkomst, waarheen Ik tot u komen zal; het zal ulieden heiligheid der heiligheden zijn. (SV)

Voor de getuigenis. Dit wil hier niet zeggen in het Allerheiligste, maar in het Heilige op het reukaltaar, dat stond voor de voorhang voor het Heilige der Heiligen[4].

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. 2,0 2,1 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het comentaar is onder wijziging verwerkt.
  3. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901). Zo ook John Trapps' Commentary.
  4. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).