Gruwel der verwoesting

Uit Christipedia

De gruwel der verwoesting is een uitdrukking die de Heer Jezus gebruikt in zijn beschrijving van de eindtijd. De uitdrukking is ontleend is aan het boek van de profeet Daniël. Deze oudtestamentische Godsman voorzegde de ontwijding van de tempel van God door de Syrische hellenistische vorst Antiochus Epifanes (ca. 170 v.C.), die een beeld van of een altaar van de Griekse hoofdgod Zeus in de tempel liet plaatsen. In Matth. 24:15 en Marcus 13:14 gebruikt de Heer Jezus de term en maakt Hij duidelijk dat er een eindvervulling komt in de eindtijd. 

De Bijbelvertaling Groot Nieuws vertaalt door 'verschrikking der verwoesting'. De Nieuwe Bijbelvertaling (2004) heeft 'verwoestende gruwel'. 

Hieronder zijn de genoemde eindtijd-verzen aangehaald met hun tekstverband, ontleend aan de TELOS-vertaling

Mattheus Marcus
Mt 24:14 En dit evangelie van het koninkrijk zal over het hele aardrijk worden gepredikt tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen. Mr 13:13 En u zult door allen worden gehaat ter wille van mijn naam; wie echter zal volharden tot het einde, die zal behouden worden.
Mt 24:15-16 Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door de profeet Daniel, zult zien staan in de heilige plaats, -laat hij die het leest, erop letten! -laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen; Mr 13:14 Wanneer u nu de gruwel van de verwoesting zult zien staan waar het niet behoort, -laat hij die het leest erop letten! -laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen;
Mt 24:17-18 laat hij die op het dak is, niet naar beneden gaan om de dingen uit zijn huis te halen;  Mr 13:15 laat hij die op het dak is, niet naar beneden gaan en niet naar binnen gaan om iets uit zijn huis te halen;
Mt 24:18 en laat hij die op het veld is, niet terugkeren naar achteren om zijn kleed te halen. Mr 13:16 en laat hij die op het veld is, niet terugkeren naar wat achter hem ligt om zijn kleed te halen.
Mt 24:19 Wee echter de zwangeren en de zogenden in die dagen. Mr 13:17 Wee echter de zwangeren en de zogenden in die dagen.
Mt 24:20 En bidt dat uw vlucht niet ‘s winters of op sabbat gebeurt. Mr 13:18 Bidt ook dat het niet ‘s winters gebeurt.
Mt 24:21 Want er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er niet geweest is van het begin van de wereld af tot nu toe en er ook geenszins meer zal komen. Mr 13:19 Want die dagen zullen zo’n verdrukking zijn als er niet geweest is van het begin van de schepping die God heeft geschapen, tot nu toe, en er geenszins meer zal komen.
Mt 24:22 En als die dagen niet werden verkort, zou geen enkel vlees behouden worden, maar terwille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort. Mr 13:20 En als de Heer die dagen niet had verkort, zou geen vlees behouden worden, maar ter wille van de uitverkorenen die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij die dagen verkort.

De term 'gruwel der verwoesting' duidt een in de ogen van God afschuwelijk iets aan. Het is om twee redenen afschuwelijk, ten eerste op zichzelf, zoals bijvoorbeeld een afgodsbeeld, en ten tweede vanwege de plaats waar de zaak gesteld wordt. Deze plaats is heilig. 

De uitdrukking 'gruwel der verwoesting' betekent tevens dat deze gruwel verwoesting aanbrengt, vandaar "verwoestende gruwel" (Nieuwe Bijbelvertaling). 

Het eerste boek der Makkabeeën vertelt:

1Ma 1:58 En de vijftiende dag [van de maand] Chasleu in het honderdenvijfenveertigste jaar, bouwden zij een gruwel der verwoesting op het reukaltaar, en rondom in alle steden van Juda bouwden zij altaren. (SV)

De gruwel der verwoesting waarvan de Heer Jezus spreekt is waarschijnlijk een afgodsbeeld, evenals eertijds het beeld (of altaar) van Zeus, wellicht het apocalyptische beeld van het Beest.

Een andere opvatting is dat de term erop duidt "dat in de eindtijd de tegenstander van God, de Antichrist, zijn troon zal oprichten op de heilige plaats."[1]. De Wetteloze zal immers in de tempel van God gaan zitten alsof hij God is. 

2Th 2:3 Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want die komt niet als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, 2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)

De heilige plaats is de tempel of het tempelplein in Jeruzalem

Hnd 6:13 En zij brachten valse getuigen voor, die zeiden: Deze mens houdt niet op woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet; (TELOS)

Hnd 21:28 en schreeuwden: Mannen van Israel, helpt! Dit is de mens die allen overal leert tegen het volk en de wet en deze plaats; en bovendien heeft hij ook Grieken in de tempel gebracht en deze heilige plaats ontheiligd. (TELOS)

De plaatsing van de verwoestende gruwel is een teken dat de gelovige Joden terstond moeten vluchten. Daarna komt de 'grote verdrukking', de grootste verdrukking ooit, waaraan God een einde zal maken.

Voetnoot

  1. Aldus de woordverklaring in de bijbelvertaling Groot Nieuws.