Hermes

Uit Christipedia

Hermes is een Griekse eigennaam die in de Bijbel verwijst naar:

  1. een Griekse god, die in de Griekse mythologie een zoon van de oppergod Zeus is en optreedt als bode en woordvoerder van de goden, in het bijzonder van Zeus. De Romeinen vereerden hem onder de naam Mercurius.
  2. een zekere gelovige in de gemeente te Rome, aan wie Paulus in zijn brief een groet zendt (Rom. 16:14).

Naam. De naam is Grieks, van Ερμης, Her’mes. Het was een veel voorkomende slavennaam[1]. Deze naam komt tweemaal in het Nieuwe Testament voor, Hand. 14:12 en Rom. 16:14.

Griekse god

Hermes is een afgod der Grieken, door de Romeinen Mercurius genoemd. Hij is een zoon van de oppergod Zeus bij Maja (of Maia). Men geloofde, dat Hermes/Mercurius de handel beschermde, dat hij de bode der goden, de uitvinder van de lier, van de spraak en van het worstelperk was, dat hij de schimmen en de mensen op hun reizen geleidde. Daar hij naar de volksmening Zeus dikwijls vergezelde, als deze de aarde in menselijke gedaante bezocht, dachten de bewoners van Lystre na de genezing van de kreupelgeborene, Hand. 14:8-12, dat Paulus Hermes was, omdat hij het woord voerde, en Barnabas Zeus (de Romeinse Jupiter).

'St. Paulus en St. Barnabas in Lystra', schilderij van Willem de Poorter, 1638. Paulus, in het midden staand, houdt afwerend zijn hand op naar de priester van Zeus. Barnabas ziet naar de hemel.

Hnd 14:11 En toen de menigten zagen wat Paulus had gedaan, verhieven zij hun stem in Lycaonisch en zeiden: De goden zijn aan mensen gelijk geworden en tot ons neergedaald. Hnd 14:12 En zij noemden Barnabas Zeus en Paulus Hermes, omdat hij het woord voerde. Hnd 14:13 En de priester van de tempel van Zeus, die voor de stad was, bracht stieren en kransen aan de voorpoorten en wilde met de menigten offeren. Hnd 14:14 Toen echter de apostelen Barnabas en Paulus dit hoorden, scheurden zij hun kleren, sprongen naar voren tussen de menigte Hnd 14:15 en schreeuwden aldus: Mannen, waarom doet u dit? Ook wij zijn mensen van gelijke natuur als u en verkondigen u dat u zich van deze nietige goden moet bekeren tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en alles wat daarin is, heeft gemaakt. Hnd 14:16 Hij heeft in de voorbije geslachten alle volken op hun eigen wegen laten gaan, Hnd 14:17 hoewel Hij Zich niet onbetuigd heeft gelaten in goeddoen, door u uit de hemel regen en vruchtbare tijden te geven en uw harten te vervullen met voedsel en vreugde. Hnd 14:18 En door dit te zeggen weerhielden zij ternauwernood de menigten ervan hun te offeren. (TELOS)

De Statenvertaling, evenals de Latijnse Vulgaat en Luther, vertaalt ‘Mercurius’.

Christen te Rome

In de gemeente te Rome was een broeder genaamd Hermes. In zijn brief aan de gemeente aldaar zendt Paulus een groet aan Hermes.

Ro 16:14 Groet Asyncritus, Flegon, Hermes, Patrobas, Hermas, en de broeders bij hen. (TELOS)

Deze broeder in Christus wordt verder in het Nieuwe Testament niet meer genoemd. 

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Hieruit is op 14 feb. 2013 tekst genomen en verwerkt.

Voetnoot

  1. A.T. Robertson, Word Pictures in the New Testament. Onderdeel van de Online Bible van Importantia Publishing.