IJdelheid

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Ijdelheid)

Ijdelheid is een woord met de volgende betekenissen[1]:

'Vanitas stilleven' door N.L. Peschier. 'Vanitas' is Latijn voor 'ijdelheid'.

1. vergankelijkheid. De schepping is aan de ijdelheid, dat is aan de vergankelijkheid, onderworpen.

Ro 8:20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het [der] [ijdelheid] onderworpen heeft;

2. nietige zaak of nietig ding. Synoniem: nietigheid. 'De ijdelheden van deze wereld'. De Prediker merkte de nietigheid en vluchtigheid van de menselijke zaken op en zei:

Pred. 1:2 IJdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid! (NBG51)

Jer. 14:22 spreekt van 'de ijdelheden der heidenen', d.i. hun nietige goden.

3. de zucht om door anderen bewonderd en geprezen te worden. Synoniem: pronkzucht. 'De mannelijke ijdelheid'.

4. te hoge dunk van eigen voortreffelijkheid. Synoniemen: zelfingenomenheid, verwaandheid. 'Zijn ijdelheid kent geen grenzen'.

Hebreeuwse woord. Er zijn drie Hebreeuwse woorden die in de Statenvertaling door 'ijdelheid' zijn overgezet. De belangrijkste is הבל, hebel of habel. Het betekent[2] 1) als zelfstandig naamwoord: damp, adem, fig. ijdelheid; 2) als bijwoord: ijdel. Het woord komt 70x voor in het Oude Testament. Het strongnummer is H1892. De Engelse King James vertaling heeft 61x 'vanity'. Het Hebreeuwse woord komt van het werkwoord הבל habal = ijdel handelen, ijdel (nutteloos) zijn, vruchteloos zijn. Het komt 5x voor in het Oude Testament.

Het meervoud van hebel vinden wij bijvoorbeeld in:

Jer 14:22  Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen wij op U wachten, want Gij doet al die dingen. (SV)

De ijdelheden der heidenen zijn hun nietige goden. Enkele andere vertalingen hebben op deze plaats: 'nietigheden' (NBG51), 'nietige [afgoden]' (HSV), 'ijlheden' (NaB).

Voetnoten

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.