Johannes 14

Uit Christipedia

Johannes 14 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. Van het Evangelie naar Johannes zijn de volgende hoofdstukken samengevat en/of becommentarieerd op Christipedia.

Johannes: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21
Johannes, onderwerpen: TekenenDiverse onderwerpen

Samenvatting

De Heer vertroost de zijnen als Hij spreekt over zijn heengaan en wederkomst voor de zijnen en belooft hun de grote Trooster, de Heilige Geest, te zullen zenden.

1

Joh 14:1 Laat uw hart niet ontroerd worden. U gelooft in God, gelooft ook in Mij. (Telos)

Laat uw hart niet ontroerd worden. Zie vs. 27. Niet ontroerd worden door de wetenschap van mijn aanstaande heengaan.

U gelooft in God, gelooft ook in Mij. Geloven in God wordt door de Heer op één lijn gesteld met geloven in Hem. Als de Heer Jezus slechts een mens was, dan zou zo'n uitspraak kwalijk zijn; Hij deelt echter in de goddelijke natuur.

2

2 In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; als het niet zo was, zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om u plaats te bereiden. (Telos) 

Vele woningen. De Heer spreekt tot hen als een bruidegom tot zijn bruid op de dag van de verloving (→ Oud-Israëlitische verloving en bruiloft). Het verschil is dat hij spreekt van de bestemming van zijn individuele vrienden, vandaar het meervoud 'woningen'.

De woningen in het zijn wellicht voorafgeschaduwd door de priestervertrekken bij het vroegere huis van Jahweh in Jeruzalem. Wij zijn immers koningen en priesters!

Ik ga heen. Naar de Vader, zie vs. 12, 28.

Ik ga heen om u plaats te bereiden. In het huis van de Vader in de hemel. Sommigen menen: plaats bereiden door het verzoeningswerk op Golgotha te volbrengen. Het verband maakt echter duidelijk dat de hemel is bedoeld. Maar zonder het werk op Golgotha is er geen toegang tot de hemel. Jezus' heengaan zal via Golgotha voeren.

3

3 En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. (Telos) 

Opdat ook u zult zijn waar Ik ben. Hierom zal de Heer in Joh. 17 de Vader bidden.

Joh 17:24  Vader, wat U Mij hebt gegeven  Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven, omdat U Mij hebt liefgehad voor de grondlegging van de wereld. (Telos)

Fasen: heengaan → plaats bereiden → terugkomen → tot Zich nemen → brengen waar Hij is. De Heer daalt neer uit de hemel, neemt de gemeente op, brengt haar daar waar Hij woont. Vgl. de ontvangst van Rebecca door Izak, die in het veld was en haar bij zijn vader bracht, en in de tent van zijn overleden moeder.

Dit vers past beter bij het pretribulationisme dan bij het posttribulationisme. Het laatste leert dat wij de Heer Jezus tegemoet gaan en ophalen, met hem terugkeren, zoals de bevolking van een stad uitgaat, de overwinnaar tegemoet, om met hem terug te keren en onder eerbetoon in de stad te ontvangen. De gedachte in ons vers is echter dat wij naar Hem toegaan om bij Hem in het Vaderhuis te komen.

4

Joh 14:4 En waar Ik heenga, weet u, en de weg weet u. (Telos)

Waar ik heenga. Naar de Vader (2).

5

Joh 14:5 Thomas zei tot Hem: Heer, wij weten niet waar U heengaat, hoe kunnen wij de weg weten?

Wij weten niet waar U heengaat. De Heer heeft gezegd: naar de Vader. Maar ze begrijpen het niet goed.

6

Joh 14:6 Jezus zei tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Telos)

Ik ben … de weg... De weg tot de God de Vader, de God van ons heil, de weg tot behoudenis.

Ik ben … de waarheid... Hij was waarachtig in die zin dat Hij geheel was wat Hij zei. Woord, houding en wandel stemden overeen. Hij is de waarheid in die zin dat hij alles wist en kon openbaren. De vrouw bij de put getuigde: “Hij heeft alles gezegd wat ik gedaan heb.”

7

Joh 14:7 Als u Mij had gekend, zou u ook mijn Vader hebben gekend; en van nu aan kent u Hem en hebt Hem gezien. (Telos)

Want Jezus is het beeld van de onzienlijke Vader, de afdruk van Diens wezen (Hebr. 1).

8

Joh 14:8 Filippus zei tot Hem: Heer, toon ons de Vader en het is ons genoeg. (Telos)

Filippus wilde de Vader afzonderlijk zien.

9

Joh 14:9 Jezus zei tot hem: Ben Ik zo lange tijd bij u en heb je Mij niet gekend, Filippus? Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien; hoe zeg je dan: Toon ons de Vader? (Telos)

Lange tijd. Drie tot vier jaar na de roeping van Filippus.

Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien.

Col 1:15  Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van de hele schepping, (Telos)

10

Joh 14:10 Geloof je niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet vanuit Mijzelf, maar de Vader die in Mij blijft, Die doet de werken. (Telos)

De Vader en de Zoon zijn één, de Een is in de Ander en omgekeerd, maar Zij zijn niet identiek, Zij zijn onderscheiden Personen, die dezelfde goddelijke natuur delen.

11

Joh 14:11 Gelooft Mij dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is; en zo niet, gelooft Mij om de werken zelf. (Telos)

Gelooft Mij om de werken zelf.

Joh 5:36 Ik heb echter het getuigenis dat groter is dan dat van Johannes; want de werken die de Vader Mij heeft gegeven om ze te volbrengen, die werken zelf die Ik doe, getuigen van Mij dat de Vader Mij heeft gezonden. (Telos)

Joh 10:25 Jezus antwoordde hun: Ik heb het u gezegd en u gelooft niet. De werken die Ik doe in de naam van mijn Vader, die getuigen van Mij; (Telos)

Joh 10:38 maar als Ik ze doe en u Mij niet gelooft, gelooft dan de werken, opdat u erkent en weet dat de Vader in Mij is en Ik in de Vader. (Telos)

Lu 7:21 (Op dat ogenblik genas Hij velen van ziekten en kwalen en boze geesten en aan vele blinden schonk Hij het gezicht.) Lu 7:22 En Hij antwoordde en zei tot hen: Gaat heen en bericht Johannes wat u hebt gezien en gehoord: blinden kunnen weer zien, kreupelen lopen, melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt, aan armen wordt het evangelie verkondigd; Lu 7:23 en gelukkig is hij die over Mij niet ten val komt! (Telos)

Hnd 2:22 Mannen van Israel, hoort deze woorden: Jezus de Nazoreeer, een man, door God aan u bevestigd door krachten, wonderen en tekenen die God door Hem in uw midden heeft gedaan, zoals u zelf weet, (Telos)

Heb 2:4 terwijl God bovendien meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar zijn wil. (Telos)

12

Joh 14:12  Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe zal hij ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, omdat Ik heenga naar de Vader. (Telos)

Hij zal grotere doen dan deze.

Joh 5:20 Want de Vader heeft de Zoon lief en toont Hem alles wat Hijzelf doet; en Hij zal Hem grotere werken tonen dan deze, opdat u zich verwondert.

Het grote werk in Joh. 5:20 aangeduid is de genezing van de verlamde te Bethesda.

De Heer deed een vijgenboom verdorren. Een groter werk zou zijn: op een bevelswoord een berg doen opheffen en in de zee werpen.

Mt 21:21 Jezus nu antwoordde en zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u: als u geloof hebt en niet twijfelt, zult u niet alleen doen wat met de vijgeboom is gebeurd, maar al zegt u ook tot deze berg: Word opgeheven en in de zee geworpen, het zal gebeuren. (Telos)

De wonderwerken die de apostelen/leerlingen deden:

1. spreken in een vreemde taal die zij niet kenden (Hand. 2).

Mr 16:17 Hen nu die geloven, zullen deze tekenen volgen: in mijn naam zullen zij demonen uitdrijven, in nieuwe talen zullen zij spreken,

2. de massabekeringen, Hand. 2:41 (3000 zielen), 4:4, vgl. 6:7 (een grote menigte van priesters)

3. vele tekenen en wonderen, Hand. 5:12

Hnd 5:12 Door de handen van de apostelen nu gebeurden vele tekenen en wonderen onder het volk; en zij waren allen eendrachtig in de zuilengang van Salomo; (…) Hnd 5:15 zodat zij zelfs op de straten de zieken naar buiten droegen en op matrassen en bedden legden, opdat, als Petrus kwam, ook maar zijn schaduw op iemand van hen viel. Hnd 5:16 En ook de menigte uit de steden rondom Jeruzalem kwam bijeen en zij brachten zieken en door onreine geesten gekwelden, die allen werden genezen. (Telos)

Hnd 19:11 En buitengewone krachten deed God door de handen van Paulus, Hnd 19:12 zodat zelfs zweetdoeken en gordeldoeken van zijn lichaam op de zieken werden gelegd en de ziekten van hen weken en de boze geesten uitgingen. (Telos)

Paulus:

Ro 15:18 Want ik zal het niet wagen iets te zeggen dat Christus niet door mij gewerkt heeft, om de volken tot gehoorzaamheid te brengen, door woord en werk, Ro 15:19 in de kracht van tekenen en wonderen, in de kracht van Gods Geest; zodat ik, van Jeruzalem af en rondom tot Illyrie toe, de verkondiging van het evangelie van Christus heb voleindigd,

Zie Wonder#Wonderen_en_tekenen_door_N.T._gelovigen

Ook deze belofte van grotere werken te doen is in vervulling gegaan.

Omdat ik heenga naar de Vader. Zie vs. 28.

16

Joh 14:16 En Ik zal de Vader vragen en Hij zal u een andere Voorspraak geven, opdat Die met u zal zijn tot in eeuwigheid: (Telos)

Een andere Voorspraak. Een andere dan Jezus. De Heer Jezus was ook een voorspraak, bijvoorbeeld van Petrus:

Lu 22:32  Ik heb echter voor jou gebeden dat je geloof niet zou ophouden; en jij, als je eens bekeerd bent, versterk je broeders. (Telos)

Die met u zal zijn. Bij u en in u (17)

17

Joh 14:17 de Geest van de waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, omdat zij Hem niet aanschouwt en Hem niet kent; u kent Hem, omdat Hij bij u blijft en in u zal zijn. (Telos)

Hij bij u blijft en in u zal zijn. "Die met u zal zijn" (16)

18

Joh 14:18  Ik zal u geen wezen laten blijven. Ik kom tot u. (Telos)

Ik kom tot u. Door de Geest, die de Geest van Christus is (Rom. 8), zal de Heer in ons en bij ons zijn.

19

Joh 14:19 Nog een korte tijd en de wereld aanschouwt Mij niet meer, maar u aanschouwt Mij; omdat Ik leef, zult ook u leven. (Telos)

De wereld aanschouwt Mij niet meer. Na zijn opstanding heeft zij de Heer niet aanschouwt.

Maar u aanschouwt Mij. Na zijn opstanding hebben de leerlingen Hem tientallen dagen gezien en gesproken.

Hnd 1:3  aan wie Hij Zich ook, nadat Hij had geleden, levend heeft vertoond met vele duidelijke bewijzen, terwijl Hij gedurende veertig dagen door hen werd gezien en met hen sprak over de dingen die het Koninkrijk van God betreffen. (Telos)

En door het geloof en door de Geest mogen wij, die de Heer niet met onze fysieke ogen hebben gezien, 'zien'.

1Pe 1:8  Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem lief; hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich in Hem met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, (Telos)

Heb 2:9  maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door de genade van God voor alles de dood smaakte. (Telos)

Heb 12:2  terwijl wij zien op Jezus, de overste leidsman en de voleinder van het geloof, die om de vreugde die voor Hem lag, het kruis heeft verdragen, terwijl Hij de schande heeft veracht, en die is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van God. (Telos)

Omdat Ik leef, zult ook u leven.

Ro 6:5  Want als wij met hem een geworden zijn in de gelijkheid van zijn dood, dan zullen wij het ook zijn in de gelijkheid van zijn opstanding; (...) Ro 6:8  Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven, (Telos)

20

Joh 14:20 In die dag zult u weten dat Ik in mijn Vader ben en u in Mij en Ik in u. (Telos)

Ik in u. Door de Geest (17).

21

Joh 14:21 Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader worden geliefd; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. (Telos)

En ze bewaart.

Opb 3:8  ... u hebt kleine kracht en hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend. (...) Opb 3:10  Omdat u het woord van mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, dat over het hele aardrijk zal komen, om te verzoeken hen die op de aarde wonen. (Telos)

22

Joh 14:22 Judas, niet de Iskariot, zei tot Hem: Heer, en hoe komt het dat U Zichzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld? (Telos)

Judas, niet de Iskariot. Niet Judas Iskariot, die Jezus zou verraden. Er waren twee mannen genaamd Judas onder de twaalf apostelen. Zie Judas (apostel).

25

Joh 14:25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken terwijl Ik bij u verblijf. (Telos)

Terwijl Ik bij u verblijf.

Joh 1:14  En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid. (Telos)

27

Joh 14:27 Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld geeft, geef Ik u. Laat uw hart niet ontroerd en niet bang worden. (Telos)

Niet zoals de wereld geeft. De wereld, die geen vrede in zichzelf heeft, kan ons vrede toewensen, maar is machteloos om die vrede teweeg te brengen. De Heer Jezus daarentegen is de Vredevorst en Heer van de vrede (Jes.9:6. 2 Thess.3:16), de bron van vrede.

De wereld kan ons vrede en kalmte geven door kalmeringsmiddelen, drugs en drank.

Laat uw hart niet ontroerd ... worden. Zie vs. 1.

En niet bang worden. En toch waren ze bang, toen Jezus gestorven was. Uit vrees voor de Joden hielden zij de deuren gesloten.

Joh 20:19  Toen het dan avond was op die eerste dag van de week, en de deuren waar de discipelen waren, wegens hun vrees voor de Joden waren gesloten, kwam Jezus, ging in het midden staan en zei tot hen: Vrede zij u! (...) Joh 20:26  En na acht dagen waren zijn discipelen weer binnen en Thomas bij hen. Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, ging in het midden staan en zei: Vrede zij u! (Telos)

28

 Joh 14:28 U hebt gehoord dat Ik tot u heb gezegd: Ik ga heen en kom tot u. Als u Mij liefhad, zou u zich verblijden dat Ik naar de Vader heenga; want de Vader is groter dan Ik. (Telos)

Dat ik naar de Vader heenga. Zie vs. 12.

De Vader is groter dan Ik. Dan Ik als mens? Of dan Ik als Zoon van God? Kan het zijn dat de Vader en de Zoon dezelfde goddelijke natuur delen, terwijl de Vader groter is dan de Zoon? Of spreekt uit deze woorden een nederig hart, dat de Ander uitnemender acht dan Zichzelf.

Flp 2:3  Doet niets uit partijzucht of uit ijdele roem, maar laat elk in nederigheid de ander uitnemender achten dan zichzelf; (Telos)

Mt 11:29  Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw zielen; (Telos)

29

Joh 14:29 En nu heb Ik het u gezegd voordat het gebeurt, opdat u, wanneer het gebeurt, zult geloven. (Telos)

Het gebeurt. Het is gebeurt door de hemelvaart van de Heer, 40 dagen na zijn opstanding.

30

Joh 14:30 Ik zal niet veel meer met u spreken, want de overste van de wereld komt en heeft in Mij helemaal niets; (Telos)

De overste van de wereld. Dat is de duivel, de satan.

Komt. Deze overste kwam tot de Heer in het begin van diens bediening: nadat Hij zich in de doop eengemaakt had met de zondaars en te midden van hen gedoopt werd, werd Hij meerdere keren verzocht in de woestijn. Toen Hij zichzelf had overgegeven aan de zondaars en zich eengemaakt had met de zondaars aan het kruis en te midden van hen hing, werd hij eveneens verzocht.

Mt 26:68  en zij gaven Hem kaakslagen en zeiden: Profeteer ons, Christus, wie is het die U heeft geslagen? (Telos)

Joh 19:10  Pilatus dan zei tot Hem: Spreekt U niet tegen mij? Weet U niet, dat ik macht heb U los te laten en macht heb U te kruisigen? (Telos)

Mt 27:40  en zeiden: U die het tempelhuis afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf, als U Gods Zoon bent, en kom van het kruis af! (Telos)

Mt 27:42  Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Hij is koning van Israël — laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen in Hem geloven. (Telos)

En heeft in Mij helemaal niets. Geen aanknopingspunt in zijn natuur, die zondeloos was.