Laatste dag

Uit Christipedia

De laatste dag is een uitdrukking die in de Bijbel alleen in het evangelie naar Johannes voorkomt (Joh. 6:39, 40, 44, 54; 7:37; 11:24; 12:48).

De Statenvertaling vertaalt door ‘uiterste dag’ of ‘laatste dag’. De vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1951 heeft 'ten jongsten dage' in Joh. 6: 39, 40, 44, 54; 11:24; 12:48). Het oordeel op die dag wordt wel 'het laatste oordeel' of 'het jongste gericht' genoemd.

Het in de Griekse brontekst gebruikte bijvoeglijk naamwoord is εσχατως eschatos, dat betekent: uiterste of laatste in plaats, tijd of rang.

In Joh. 7:37 gaat het om de laatste dag van het Loofhuttenfeest. Dit is een gewone dag.
Joh 7:37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep aldus: Als iemand dorst heeft, laat hij bij Mij komen en drinken! (TELOS)

Opstanding en oordeel

In de andere Schriftplaatsen van Johannes is de laatste dag de tijd dat de doden worden opgewekt.
Joh 6:39 En dit is de wil van Hem die Mij heeft gezonden, dat Ik van alles wat Hij Mij heeft gegeven, niets verlies, maar het opwek op de laatste dag. Joh 6:40 Want dit is de wil van mijn Vader, dat ieder die de Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem opwekken op de laatste dag. (TELOS)
Joh 6:44 Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader die Mij heeft gezonden, hem trekt; en Ik zal hem opwekken op de laatste dag. (TELOS)
Joh 6:54 Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem opwekken op de laatste dag. (TELOS)
Joh 11:24 Martha zei tot Hem: Ik weet dat hij zal opstaan in de opstanding op de laatste dag. (TELOS)
Merk op dat niet alleen de Heer Jezus, maar ook Martha de uitdrukking 'de laatste dag' gebruikte, Joh. 11:24. Op de laatste dag staan niet alleen de rechtvaardigen op, maar ook de goddelozen, zoals blijkt uit dit vers:
Joh 12:48 Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft dat wat hem oordeelt: het woord dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen op de laatste dag. (TELOS)
De laatste dag omvat dus de opstanding en het oordeel. In Daniël is sprake van ‘het einde van de dagen’, wanneer rechtvaardigen èn goddelozen zullen opstaan.
Da 12:13 Maar u, ga heen tot het einde, want u zult rusten, en u zult opstaan in uw bestemming, aan het einde van de dagen. (HSV)
Da 12:2 En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen. (HSV)
Door deze gegevens met andere Schriftplaatsen te vergelijken kan men concluderen dat de laatste dag achtereenvolgens omvat:
  • de eerste opstanding
  • het duizendjarig rijk
  • de opstanding van de overige doden
  • het oordeel van de grote witte troon
2Pe 3:8 Maar laat dit ene u niet onbekend zijn, geliefden, dat een dag bij de Heer is als duizend jaar en duizend jaar als een dag. (TELOS)
Op de laatste dag volgt de schepping van een nieuwe hemel en aarde, waarop gerechtigheid woont, en de eeuwige toestand.

Degenen echter die het duizendjarig rijk qua tijd niet letterlijk, maar symbolisch duiden, nemen de beide opstandingen als één en de laatste dag als omvattende:

  • het ogenblik waarop alle doden opstaan
  • het oordeel over hen voor de grote witte troon