Maagdom

Uit Christipedia

Maagdom betekent[1] 1. maagdelijke toestand of 2. maagdenvlies.

‘Maagdom’ in de zin van maagdelijke toestand (maagdelijke staat, maagdelijkheid), heeft in de Schrift (Statenvertaling) een eigenlijk en een figuurlijk gebruik. In eigenlijke zin is maagdom de staat van een maagd vóór haar huwelijk (Luk. 2 : 36). Jefta's dochter beweende met haar vriendinnen haar maagdelijke staat (Richt. 11: 37 vv.).

In Deut. 22 : 15, 17, staat maagdom voor: teken of bewijs van de maagdelijke staat. Dit teken werd, wanneer een man ziin pasgehuwde vrouw had aangeklaagd, dat hij haar niet als maagd bevonden had, door haar ouders voor de oudsten gebracht. Als de man loog, werd hij voor deze belastering met 100 zilveren sikkels gestraft, die hij aan de vader van zijn vrouw geven moest. Daarenboven mocht hij zich nooit van haar scheiden.

Indien echter het teken niet kon getoond worden en dus de beschuldiging gegrond bleek te zijn, dan werd zij voor de deur van haar vaders huis gestenigd.

Volgens de traditionele opvatting is het bewijs van maagdelijkheid de mantel of het ‘beddenlaken’ met bloedvlekken die veroorzaakt zouden zijn door de eerste geslachtsgemeenschap. Een andere opvatting zegt dat het waarschijnlijker is dat het om kledingstukken van de dochter gaat, die het bewijs leveren dat zij tijdens haar verblijf in het ouderlijk huis heeft gemenstrueerd en dus niet zwanger was toen ze trouwde[2].

In de Bijbel wordt ‘maagdom’ (Statenvertaling) ook in een figuurlijke, beeldsprakige zin gebruikt: met betrekking tot de staat en tijd gedurende welke Israël in Egypte tot een volk groeide (Jes 54: 4), een tijd, waarin het vernederd werd, omdat de Heer zijn beroeping nog niet verwerkelijkt had en het volk zich toch reeds tot hoererij (afgoderij) liet verleiden (Ezech 23).

Meer weten

Art. Maagd

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Maagdom. Hieruit is op 25 juli 2015 tekst genomen en verwerkt.

Voetnoot

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
  2. Aldus een aantekening in de vertaling Groot Nieuws Voor U.