Macedonië

Uit Christipedia

Macedonië was een landstreek op het Balkan-schiereiland ten noorden van Achaje (Griekenland). In de tijd van het Nieuwe Testament was Macedonië een Romeinse provincie met als hoofdstad Thessalonica. De apostel Paulus kwam, door God geleid, tijdens zijn tweede en derde zendingsreis in Macedonië en stichtte er gemeenten.

Tweede zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 15:36-18:22), volgend op een eerste en gevolgd door een derde.

Route: Antiochië (Syrië)SyriëCiliciëDerbeLystraFrygië, GalatiëMysiëTroasSamothráceMacedoniëNeápolisFilippiAmfipolisApolloniaThessaloníkaBeréaAtheneKorintheKenchreaEfezeCaesarea (Maritima)JeruzalemAntiochië (Syrië)

Derde zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 18:23-21:26), volgend op de eerste en tweede.

Route: Antiochië (Syrië)GalatiëFrygiëEfezeMacedoniëGriekenland, waar Paulus 3 maanden is → Macedonië: o.a. Filippi → reis van 5 dagen → Troas, waar Paulus 7 dagen is → AssusMityleneChiosSamosMileteCosRhodusPataraTyrus, waar Paulus 7 dagen is → Ptolemaïs, waar Paulus 1 dag is → Caesarea_(Maritima), waar Paulus vele dagen is → Jeruzalem

Macedonië besloeg het noordelijk gedeelte van het huidige Griekenland. Het zuidelijke gedeelte heette Achaje. In het Nieuwe Testament worden de volgende steden van Macedonië vermeld: Thessalonica (hoofdstad), Neapolis, Filippi, Amfipolis, Apollonia en Berea (zie kaart hieronder).

Ligging van Macedonië, met enkele plaatsen aldaar. Paulus bezocht Macedonië tijdens zijn tweede en derde zendingsreis

In een nachtgezicht werd de apostel Paulus geroepen door een Macedonisch man.

Hnd 16:9 En Paulus kreeg ‘s nachts een gezicht: een Macedonisch man stond daar en smeekte hem aldus: Kom over naar Macedonie en help ons. Hnd 16:10 Toen hij nu het gezicht had gezien, trachtten wij terstond naar Macedonie te reizen, daar wij daaruit opmaakten dat God ons had geroepen om hun het evangelie te verkondigen. (TELOS)

Na het tumult in Efeze met betrekking tot Artemis ging Paulus tijdens zijn derde zendingsreis op weg naar Macedonië.

Hnd 20:1  Nadat nu het tumult voorbij was, riep Paulus de discipelen bij zich en vermaande hen, groette hen en ging op reis naar Macedonië. Hnd 20:2 Nadat hij die streken had doorreisd en hen met vele woorden had vermaand, kwam hij in Griekenland. (TELOS)

Griekenland duidt in vers 2 het zuidelijk van Macedonië gelegen Achaje aan.

Christelijke gemeenten. In Macedonië ontstonden christelijke gemeenten, zoals in Filippi, Thessalonica en Berea. De gelovigen van Thessalonika waren een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje. Paulus schrijft tot hen:

1Th 1:6 En u bent navolgers geworden van ons en van de Heer, nadat u het woord aangenomen hebt onder veel verdrukking, met blijdschap van de Heilige Geest, 1Th 1:7 zodat u een voorbeeld bent geworden voor alle gelovigen in Macedonië en in Achaje. (TELOS)

Vanuit Efeze schreef de apostel Paulus tijdens zijn derde zendingsreis een brief aan de Corinthiërs, waarin hij aankondigde via Macedonië naar hen te zullen reizen:

1Co 16:5 En ik zal naar u toe komen wanneer ik Macedonie heb doorreisd, want ik doorreis Macedonie; 1Co 16:6 maar wellicht zal ik mij bij u langer ophouden of zelfs overwinteren, opdat u mij voorthelpt, waar ik ook heenreis. 1Co 16:7 Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, want ik hoop enige tijd bij u te blijven, als de Heer het vergunt. 1Co 16:8 Maar ik zal in Efeze blijven tot pinksteren; (TELOS)

In de tweede brief aan de Korinthiërs, ook geschreven tijdens derde zendingsreis, roemt hij de door hem bevonden liefdadigheid van de gemeenten van Macedonië.

2Co 8:1 Maar wij maken u bekend, broeders, de genade van God die in de gemeenten van Macedonie gegeven is, 2Co 8:2 dat onder veel beproeving van verdrukking de overvloed van hun blijdschap en hun diepe armoede overvloedig zijn geweest in de rijkdom van hun liefdadigheid. 2Co 8:3 Want ik getuig dat zij naar vermogen en boven vermogen, 2Co 8:4 uit eigen beweging, ons met veel aandrang smeekten om deze gunst en de gemeenschap in de dienst aan de heiligen. 2Co 8:5 En het was niet zoals wij verwachtten, maar zij gaven zichzelf eerst aan de Heer en daarna aan ons door de wil van God, (TELOS)

De heiligen in Macedonië gaven aan Paulus een gift mee voor de arme heiligen in Jeruzalem:

Ro 15:25 Maar nu reis ik naar Jeruzalem ten dienste van de heiligen. Ro 15:26 Want Macedonie en Achaje hebben goed gevonden een zekere bijdrage te doen voor de armen onder de heiligen die in Jeruzalem zijn; Ro 15:27 want zij hebben het goed gevonden, en zij zijn hun schuldenaars; want als de volken aan hun geestelijke goederen deel hebben gekregen, zijn zij ook schuldig hen met de stoffelijke te dienen. Ro 15:28 Nadat ik dan dit volbracht en hun deze opbrengst afgedragen heb, zal ik via u naar Spanje gaan. (TELOS)