Markus 14

Uit Christipedia

Markus 14 is een hoofdstuk van Evangelie naar Markus, een geschrift in de Bijbel, en telt 72 verzen.

Hoofdstukken van Evangelie naar Markus samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
Verzen van Markus 14 becommentarieerd: · 1 · 3 · 5 · 8 · 49


Samenvatting

1-2 Het plan van de overpriesters en de schriftgeleerden om Jezus te doden. (Samenvatting wordt vervolgd).

1

Markus 14:1 Het pascha en het feest van de ongezuurde broden nu was na twee dagen. En de overpriesters en de schriftgeleerden zochten hoe zij Hem met list zouden grijpen en doden; (Telos)

Volgens Karl August Dächsel gebeurde het volgende op 31 maart van het jaar 30[1].

3

Markus 14:3  En toen Hij in Bethanië was in het huis van Simon de melaatse, kwam er, terwijl Hij aanlag, een vrouw met een albasten fles met balsem van echte, kostbare nardus; zij brak de albasten fles en goot die uit op zijn hoofd. (Telos)

In Bethanië. 2,8 km van Jeruzalem verwijderd, zie Bethanië. John Gill: “Een plaats ongeveer twee mijl van Jeruzalem, waar hij zich terugtrok nadat hij afscheid had genomen van de tempel en de vernietiging ervan had voorzegd; een plaats waar hij de laatste week van zijn leven vaak naartoe en vandaan ging; daar had hij een paar dierbare vrienden en bekende kennissen, zoals Lazarus, en zijn twee zussen, Martha en Maria, en de persoon die vervolgens wordt genoemd:”[2]

Simon de melaatse. Vermoedelijk was hij eens door Jezus genezen van zijn melaatsheid[1]. Hij wordt zo genoemd om hem te onderscheiden van Simon Petrus, Simon de farizeeër en andere naamgenoten[2], zie Simon.

Een vrouw. Johannes, wiens evangelie aanvullende bijzonderheden vermeldt, onthult haar identiteit.

Johannes 11: 2 (Maria nu was het die de Heer met balsem heeft gezalfd en zijn voeten met haar haren afgedroogd, wier broer Lazarus ziek was.)

Johannes 12: 3 Maria dan nam een pond balsem van onvervalste, kostbare nardus, zalfde de voeten van Jezus en droogde zijn voeten met haar haren af; en het huis werd met de geur van de balsem vervuld.

Dit is dus niet Maria Magdalena, maar Maria, de zuster van Lazarus.

Echte ... nardus. "Onvervalste" (Joh. 12:3, zie hierboven), ongemengd en echt.

Kostbare nardus. De geschatte geldswaarde wordt in vs. 5 vermeld.

Brak de albasten fles. Dat een nauwe hals had en daarom makkelijk te breken was; zie Albast.

Goot die uit op zijn hoofd. Paralleltekst:

Mt 26:7 kwam bij Hem en vrouw met een albasten fles met zeer kostbare balsem en goot die uit op zijn hoofd, terwijl Hij aanlag. (Telos)

Vgl. ook Joh. 11:2 (zie hierboven): "die de Heer met balsem heeft gezalfd". Daarnaast zalfde zij Zijn voeten (Joh. 12:3, "zalfde de voeten van Jezus").

Een zalving aan het begin van zijn openbare dienst (de zalving met de Heilige Geest bij zijn doop) en nu aan het einde, een zalving met nardusbalsem. Ook tussentijds is de Heer gezalfd, aan zijn voeten, door een zondares (Luk. 7).

5

Markus 14:5  Want deze balsem had voor meer dan driehonderd denaren verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden. En zij werden zeer verontwaardigd tegen haar. (Telos)

Driehonderd denaren. 300 daglonen, zie Denaar. “De waarde hiervan bedroeg ongeveer het jaarloon van een arbeider!”[6]. Nemen wij ter illustratie een metselaar. Deze verdient in Nederland (anno 2023) per maand gemiddeld € 2.950 bruto[7]. Werkt hij 21 dagen per maand, dan is het bruto dagloon € 140,48 (maandloon gedeeld door aantal werkdagen). 300 daglonen van een metselaar = € 42.144. Een fles met balsem ter waarde van ruim 40 duizend euro is zeker kostbaar (vs. 3).

8

Markus 14:8  Zij heeft gedaan wat zij kon; zij heeft van tevoren mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis. (Telos)

Gezalfd voor de begrafenis. De heel dure, aangenaam geurende nardusolie of -zalf werd gebruikt bij de voorbereiding voor een begrafenis[8].

Merk op het verband van gebeurtenissen: er wordt een gevangenneming en doding beraamd (vzn. 1-2). De dood werpt, in de beraadslagingen van mensen, zijn schaduw reeds over Zijn leven.  

49

Mr 14:49  Dagelijks was Ik bij u in de tempel aan het leren, en u hebt Mij niet gegrepen: maar de Schriften moeten vervuld worden. (Telos)

U hebt Mij niet gegrepen. Dat schijnt in strijd met:

Markus 14: 44 Nu had hij die Hem overleverde, met hen een teken afgesproken en gezegd: Die ik zal kussen, Die is het; grijpt Hem en leidt Hem welverzekerd weg. (...) 46 Zij nu sloegen de handen aan Hem en grepen Hem. (Telos)

De Heer maakt echter duidelijk dat hij geen arrestant is, maar in de eerste plaats iemand die hen tegemoet ging en zich vrijwillig aan hen overgaf. Vergelijk:

Joh 10:17  Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven afleg, opdat Ik het weer neem. Joh 10:18  Niemand neemt het van Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af; Ik heb macht het af te leggen en heb macht het weer te nemen. Dit gebod heb Ik van mijn Vader ontvangen. (Telos)

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 John Gill's Expositor.
  3. Mark Water, Begrijp de Bijbel (Ark Boeken, 2001).
  4. Bron: https://www.nationaleberoepengids.nl/salaris/metselaar Geraadpleegd 19 april 2024.
  5. Woordverklaringen in de Groot Nieuws Bijbel, s.v. Nardus
  6. Mark Water, Begrijp de Bijbel (Ark Boeken, 2001).
  7. Bron: https://www.nationaleberoepengids.nl/salaris/metselaar Geraadpleegd 19 april 2024.
  8. Woordverklaringen in de Groot Nieuws Bijbel, s.v. Nardus