Noach

Uit Christipedia

Noach is de rechtvaardige man die op Gods bevel een ark bouwde waarin hij met zijn gezin en de meegenomen dieren gespaard bleven toen God een wereldwijde vloed over de aarde bracht. Zie Gen. 6-9. Hij is de tweede stamvader van het menselijk geslacht.

Zijn naam betekent: rust. De Griekse schrijfwijze van Noach is Noë, welke naam in de Nederlandse Petrus-Canisiusvertaling wordt gebruikt. Engels: Noah. Duits: Noach. Frans: Noé.

Noach was een zoon van Lamech. Noachs mannelijk voorgeslacht vanaf Adam wordt hieronder weergegeven.

Zonen. Noach kreeg drie zonen: Jafet, Sem en Cham. Volgens Gen. 10:21 was Jafeth de oudste zoon en volgens Gen. 9:24 was Cham de jongste. Ze worden vaak in deze volgorde genoemd: Sem, Cham en Jafet (bijvoorbeeld in Gen. 9:18; 10:1), allicht omdat de Israëlieten van Sem afstammen.

Adams nageslacht



Rechtvaardig. Noach was "een rechtvaardig, oprecht man onder zijn tijdgenoten. Noach wandelde met God." (Gen. 6:9). Maar de aarde was toentertijd verdorven voor Gods aangezicht, ze was vol met geweld. Daarom maakte God aan Noach bekend, dat Hij mens en dier, al wat op het droge was (Gen. 7:22), zou verdelgen (6:13).  

Opdracht. Op 500-jarigen leeftijd ontving Noach van God bevel een ark (een vaartuig) van goferhout te bouwen, 300 el lang, 50 el breed, 30 el hoog, waarin hij zelf met zijn drie zonen en de vrouwen, benevens van alle dieren enige exemplaren, voor de watervloed beschutting zou vinden.

Bouw van de ark op Gods bevel

Noach was, door woord en daad (gedrag), "een prediker van de gerechtigheid" (2 Petr. 2:5).

2Pe 2:5  en als Hij de oude wereld niet gespaard, maar Noach, een prediker van de gerechtigheid, een van de acht, behoed heeft toen Hij de zondvloed over de wereld van de goddelozen bracht; (Telos)

Noach waarschuwt de mensen. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).

In de ark. Honderd jaar later, toen de ark klaar was, moest Noach, inmiddels 600 jaar oud (Gen. 7:11), met de zijnen in de ark gaan. Na zeven dagen (Gen. 7:4, 10) begon het te regenen en wies het water totdat het alles, tot de hoogste bergen toe, bedekt had. Na verloop van 150 dagen (Gen. 7:24) begon het te zakken en de ark rustte op de bergen van Ararat. Over het verloop van de zondvloed, zie art. zondvloed.

Na ongeveer een jaar in de ark vertoefd te hebben, verliet Noach het vaartuig met de zijnen en de dieren, om de stamvader van een nieuw geslacht te worden. Nadat hij uit de ark gegaan was, bouwde hij een altaar, waarop hij aan de Heer brandoffers offerde.

Fragment uit de Amerikaanse film Creation (1921)

Na de offerande van Noach stelde God het teken van de regenboog.

Noach brengt brandoffers. Daarna stelt God het teken van het regenboog

Met Gods belofte aan deze vrome aartsvader, de vermelding van geboden, de oprichting van een verbond van God met de aardbewoners, het stellen van de regenboog als teken, het planten van de wijngaard en Noachs dronkenschap, zijn zegening van Sem en Jafet en vervloeking van Chams zoon Kanaän, en zijn sterven, eindigt de geschiedenis van Noach.

Hij stierf op 950-jarige leeftijd, 350 jaren na de vloed (Gen. 9:28-29).

Leeftijden van Adam tot Mozes[1]
ZondvloedMozesAäronJozefJakobIsaäkIsmaëlSaraAbrahamTerachNachorSerugRehuPelegSelahArpachsadSemNoachLamechMethusalachHenoch (zoon van Jered)Jered (vader van Henoch)MahalaleëllKenanEnosSethAdam

Zijn nakomelingen tot Abraham en Lot worden in onderstaand diagram weergegeven.

Nakomelingen van Noach tot Abraham en Lot, volgens Gen. 10-11 in de Statenvertaling.

Typologie

De bewaring van Noach is een voorafschaduwing (type) van de bewaring van het gelovig overblijfsel van Israël, dat de nieuwe wereld van het Koninkrijk van God zal ingaan.

Mt 24:37  Want zoals de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Mt 24:38  Want zoals zij waren in die dagen voor de zondvloed, etend en drinkend, trouwend en uithuwelijkend, tot op de dag dat Noach in de ark ging, Mt 24:39  en zij het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Mt 24:40  Dan zullen er twee op het veld zijn, een wordt meegenomen en een achtergelaten; Mt 24:41  twee vrouwen zullen met de molensteen malen, een wordt meegenomen en een achtergelaten. Mt 24:42  Waakt dan, want u weet niet op welke dag uw Heer komt. (Telos)

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Van het lemma Noach is op 25 nov. 2012 tekst genomen en bewerkt.

Voetnoot

  1. De schepping van de mens wordt hier gesteld op 4004 v.C., het (onzekere) jaar dat Ussher berekend heeft.