Onesimus

Uit Christipedia

Onésimus was een gevluchte slaaf die door de dienst Paulus tot geloof was gekomen. De apostel bepleit zijn zaak in een brief aan zijn meester Filémon te Kolosse (brief aan Filémon). Hij noemt hem later 'de trouwe en geliefde broeder' (Col. 4:9).

Onésimus krijgt van Paulus een brief aan zijn meester Filemon

Naam. Zijn Griekse eigennaam is Ονησιμος, Onesimos (klemtoon op de onderstreepte lettergreep). In het Grieks klinkt de letter η als een è in 'lètter'. De eigennaam komt van oninemi = nuttig zijn, helpen; nut ontvangen, geholpen worden of vreugde beleven aan. De naam betekent ‘nuttig’, ‘bruikbaar’ of ‘voordelig’, en was een veel voorkomende slavennaam. Het Strongnummer is G3682. De naam komt 3x in de Bijbel voor: Col. 4:9, Flm 1:10, 25.

Hij was een slaaf van Filémon die in Kolosse woonde[1]. Hij liep van zijn meester weg en kwam met Paulus in aanraking. Paulus zat de gevangenis in Rome en leidde hem tot de Heer Jezus.
Flm 1:10 … mijn kind dat ik in mijn gevangenschap heb verwekt, Onésimus, (TELOS)
Paulus noemt hem in zijn brief aan de gelovige Kolossenzen ‘de trouwe en geliefde broeder, die een van u is’.
Col 4:9 samen met Onésimus, de trouwe en geliefde broeder, die een van u is. Zij zullen u bekend maken met alle omstandigheden hier. (TELOS)
Onésimus had in Rome contact met de apostel Paulus, die er gevangen zat. Paulus zond hem met een brief terug naar zijn meester Filémon, bij wie hij de zaak van de bekeerde slaaf bepleitte (brief aan Filémon). De naam Onésimus (= ‘nuttig’) geeft in de brief aanleiding tot een woordspeling.
Flm 1:10 Ik doe een beroep op u aangaande mijn kind dat ik in mijn gevangenschap heb verwekt, Onésimus, Flm 1:11 die u vroeger van geen nut was, maar nu en voor u en mij zeer nuttig is, Flm 1:12 die ik aan u heb teruggezonden; hem, dat wil zeggen mijn hart. Flm 1:13 Ik had hem bij mij willen houden, opdat hij mij namens u zou dienen in mijn gevangenschap voor het evangelie. (TELOS)
Onésimus was een slaaf van Filemon en diens huis ontvlucht. Blijkbaar was hij een lastige slaaf ('die u vroeger van geen nut was', vers 11), die hoogst waarschijnlijk ook nog zijn meester bestolen had ('als hij u enig onrecht heeft aangedaan of u iets schuldig is', vers 18).

Onésimus was tot geloof gekomen en zeer behulpzaam voor Paulus geworden. Paulus vindt dat Onésimus terug moet naar zijn meester en doet in de brief een beroep op Filemon om zijn slaaf genadig te behandelen (vers 17). Indirect vraagt hij hem of Onésimus terug mag komen om Paulus in zijn gevangenschap bij te staan (13-14).

Ook uit Paulus' brief aan de Kolossenzen blijkt dat Onésimus contact had met de gevangen apostel. Deze zond Tychicus samen met Onésimus naar de heiligen in Kolosse. "Zij zullen u bekend maken met alle omstandigheden hier." (Col. 4:9).

Meer informatie

Patricia M. Saint John, Onésimus de weggelopen slaaf. Uitgeversgroep Jongbloed, 2006. Pagina's: 184. Jeugdboek, geschikt voor lezers vanaf 13 jaar. Boekbespreking op RefDag.nl, 29 jan. 2015.

Voetnoot

  1. Paulus noemt in zijn brief aan de Kolossenzen Onesimus iemand 'die van u is' (4:9)