Ongeheveld brood

Uit Christipedia

Ongeheveld brood is brood dat zonder zuurdeeg of hevel (= gist) is toebereid en bijgevolg niet gerezen is. In de Statenbijbel komt de uitdrukking 'ongehevelde [broden]' voor als aanduiding van ongedesemde broden.

'Hevelen'. Ongeheveld is het tegendeel van geheveld. Hevelen betekent 'desemen', eigenlijk voorzien van een middel (als desem of gist) dat doet rijzen. In een 17e-eeuws geschrift heet het "Hevelen, ofte Deessemen"[1]. Desem en gist zijn zulke rijsmiddelen. Heven (Eng. to heave) is een Oudnederlands woord voor heffen.

'Hevel'. Geheveld brood is met hevel (gist) of zuurdeeg (dat natuurlijke gisten en bacteriën bevat) toebereid. Een geschrift uit de 17e eeuw spreekt van 'Hevel, ofte hef-deegh'[1]. ‘Hevel’ is waarschijnlijk ontleend aan het Duitse ‘Hebel’, oud-Hoogduits ‘Hevil’ (= zuurdesem, gist), Middelhoogduits ‘Hebel’, ‘Hevel, dat verdrongen is door ‘Hefe’, oud-Hoogduits ‘Heva’. ‘Hebel’ komt van het werkwoord ‘Heben’, Nederlands ‘heffen’. ‘Hevel’ kan ook ‘hefboom’ betekenen. Hevel (= gist) doet het deeg rijzen. De eigenlijke betekenis van ‘hevel’ is dan ook heffend middel, rijsmiddel. Gisting van deeg veroorzaakt uitzetting, zwelling, rijzing van het deeg.

'Heffe'. Verwant in betekenis is ‘heffe’ = ‘schuim, droesem; uitschot’. Droesem is het bezinksel van wijn. Evenals ‘heve’ is ‘heffe’ het afgeleid van ‘heffen’. Het betekent eigenlijk ‘dat wat doet rijzen’. In het Middelnederlands betekent ‘heffe’ of ‘heve’: rijsmiddel, bijvoorbeeld in “den heve die een wijf nam” = “de gist/zuurdesem die een vrouw nam”, “heffe ofte giste”. ‘Heffe’ kan ook betekenen ‘wat door gisting ontstaat’, zoals in “vol droes of vol heffen” = “vol droesem of vol grondsop, drab” ‘Heffe’ kon ook in overdrachtelijke zin worden gebruikt van ‘het slechtste, uitschot’, zoals in “de heffe des graauws” = “het uitschot van het lage volk”; “de heffe des volks” = “het laagste soort, het uitschot”. Duits ‘Hefe’ = gist; droesem.

Fr. 'sans levain'. Het Franse equivalent van 'hevel' is 'levain'. Ongeheveld broden heten 'pains sans levain'. Levain = 'hevel, zuurdeeg' en stamt van het Latijnse 'levamen' = "verlichting, opluchting, verzachting," maar in het volkslatijn in de letterlijke betekenis gebruikt werd van 'hefmiddel, iets dat rijst', van Lat. levare = heffen, vgl. het Franse werkwoord lever = optillen, heffen.

Eng. 'unleavened'. Het Engelse equivalent van 'hevel' is 'leaven'. Ongehevelde broden heten 'unleavened bread'. 'Leaven' stamt van het Franse 'levain'.

Synoniemen. Aan 'ongeheveld brood' verwant zijn de begrippen: ongezuurd brood, ongedesemd brood, ongerezen brood. Ongezuurd brood is eveneens zonder zuurdeeg of gist toebereid. Het bijvoegelijk naamwoord wijst op de afwezigheid van de zurige smaak. Ongedesemd brood is brood dat zonder desem (= zuurdesem) is bereid. Ongerezen brood is brood dat niet gerezen is, plat brood.


Bijbelse feesten. Op het feest van Pasen en het feest van de Ongehevelde broden aten de Israëlieten ongehevelde broden. Thans eten de Joden ongehevelde broden in de vorm van zeer plat uitgerolde, ronde of rechthoekige koeken, zogenaamd Joden-Paasbrood.

Statenbijbel. De uitdrukking ‘ongehevelde broden’ vinden wij in de Statenbijbel. Voorbeelden:

Mt 26:17  En op den eersten [dag] der ongehevelde [broden] kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten?

Hnd 12:3 En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde [broden]);

Hnd 20:6 Wij nu scheepten af van Filippi na de dagen der ongehevelde [broden], en kwamen in vijf dagen bij hen te Troas, alwaar wij ons zeven dagen onthielden.

(SV)

De NBG51-vertaling, de TELOS-vertaling, de Naardense bijbel, de Herziene Statenvertaling vertalen met ‘ongezuurde broden’. De Willibrordvertaling van 1978 en 1995 en het Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 hebben ‘ongedesemd broden’, ‘ongedesemd brood’.

Bron

M. Philippa e.a. Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (2003-2009) s.v. Heffe.

Voetnoot