Orgaandonatie

Uit Christipedia

Orgaandonatie is het schenken van een orgaan of van weefsel tijdens of na het leven van de donor, aan een of meer mensen die een orgaan behoeven.

De donoren kunnen levend of overleden zijn. Men spreekt van "levende donoren", "dode donoren", "overleden donoren".

De organen die geschonken kunnen worden zijn: hart, longen, lever, nier(en), alvleesklier en dunne darmen. We spreken van orgaantransplantatie, als de organen worden ingebracht in het lichaam van de ontvanger. De organen van dode donoren worden, na hun hersendood, zo spoedig mogelijk overgeplant in het lichaam van de ontvanger. Levende donoren kunnen alleen een nier of stuk van de lever afstaan.

De weefsels die geschonken kunnen worden zijn: huid, oogweefsel, hartkleppen, bot- en peesweefsel, grote vaten. Weefsel kan worden bewaard in weefselbanken.

Na de transplantatie moet de ontvanger levenslang medicijnen tegen afstoting door het eigen lichaam innemen.

Voorwaarden voor donatie zijn:

  1. Er is toestemming van de donor nodig;
  2. Een dode donor moet hersendood zijn.

In Nederland heeft 47,4% van de mensen toestemming gegeven voor donatie van een orgaan of weefsel (stand 31 okt. 2017).

Bijbels-ethische beoordeling

De Bijbel zegt niets over orgaandonatie of -transplantatie. Een vers dat in de buurt komt is:

Ga 4:13 En u weet dat ik u de eerste maal in lichamelijke zwakheid het evangelie heb verkondigd; Ga 4:14 en de verzoeking voor u in mijn lichaam hebt u niet veracht of verafschuwd; maar u nam mij aan als een engel van God, als Christus Jezus. Ga 4:15 Waarin prees u zich dan gelukkig? Want ik getuig van u dat u zo mogelijk uw ogen uitgerukt en mij gegeven zou hebben. (TELOS)

De apostel Paulus had kennelijk slechte ogen of een oogkwaal. De Galaten zouden hem graag daarvan afhelpen. Dat is niet gebeurd, maar hij prijst hun liefdevolle houding. Het is niet verkeerd om zijn leven uit liefde in te zetten voor een ander. De Heer Jezus gaf Zijn leven voor ons:

Joh 15:13 Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden. (TELOS)

Ro 5:7 Want ternauwernood zal iemand voor een rechtvaardige sterven; immers, voor de goede heeft misschien iemand nog wel de moed te sterven. (TELOS)

Johannes past de praktische liefde van de Heer toe op ons:

1Jo 3:16 Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij zijn leven voor ons heeft afgelegd; ook wij behoren het leven voor de broeders af te leggen. (TELOS)

Als wij ons leven voor de broeders behoren af te leggen, dan is het zeker niet verkeerd om een orgaan af te staan voor iemand die het orgaan behoeft. Wie kan de vader veroordelen die een nier afstaat voor zijn dochtertje die er een nodig heeft? Orgaandonatie kan dan ook beschouwd worden als een weldaad aan de ontvanger. De weldaad bestaat hierin dat zijn leven verlengd wordt of aanzienlijk verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan een nierpatiënt die dankzij een nieuwe nier niet meer 3x per week naar het ziekenhuis hoeft om gedialyseerd te worden. Wie een orgaan wil ontvangen, maar niet wil geven, is niet consequent. Hij verlangt iets van een ander, dat hijzelf niet doen wil.

Mt 7:12 Alles dan wat u wilt dat u de mensen doen, doet u hun ook zo; want dat is de wet en de profeten. (TELOS)

Orgaandonatie is geen zedelijke plicht. Het is evenmin, in het licht van de Schrift, verboden.

Ro 14:5 Want de een stelt de ene dag boven de andere dag, maar de ander stelt alle dagen gelijk. Ieder zij in zijn eigen denken ten volle verzekerd. (TELOS)

Onaanvaardbare organen

Met sommige organen is de persoonlijke identiteit gemoeid. Eicellen en zaadcellen dragen het erfelijk materiaal. De hersenen zijn verbonden met persoonlijke ervaringen. Het is daarom moreel onjuist, in het licht van wat wij nu weten, om:

  • hersenen te transplanteren (wat wellicht nooit mogelijk zal zijn)
  • eierstokken te transplanteren
  • testikels te transplanteren

Dat iemand kan veranderen (bijvoorbeeld opeens interesse voor motoren krijgt) doordat hij het hart van een ander (die liefhebber van motoren was) heeft gekregen, is niet aangetoond.

Geschiedenis

1877 hoornvliestranplantatie: eerste transplantatie.

v.a. 1900 is bloedtransfusie mogelijk

1954: eerste geslaagde niertransplantatie

1967: eerste harttransplantatie, in Zuid-Afrika

1984: eerste harttransplantatie, in Nederland

1996: wet op de orgaandonatie in Nederland.

Meer informatie

Drs. Ruud van der Ven, Orgaandonatie, een zaak van leven en dood. Uitgeverij Maatkamp. Pagina's: 515.

Bron

Lezing over orgaandonatie -transplantatie door Jan Hoek (theoloog) en Alie Hoek-van Kooten (arts). Ede: Nederlandse Patiëntenvereniging, afdeling Ede, 16 nov. 2017.