Put

Uit Christipedia

Put of Phut verwijst in de Bijbel naar een persoon, namelijk een zoon van Cham (Gen. 10:6), en naar een land.

Woord. Het Hebreeuwse woord is פוט, poet.

Zoon van Cham

Put was de derde zoon van Cham en een broer van Koesj, Mitsraïm en Kanaän.

Nageslacht van Cham

De nakomelingen van Put (Poet) heten Puteeërs (Statenvertaling: Puteërs) of, naar de Hebreeuwse uitspraak, Poetiërs.

Jer 46:9  Trekt op, gij paarden! en raast, gij wagens! en laat de helden uittrekken: de Moren, en de Puteërs, die het schild handelen, en de Lydiers, die den boog handelen [en] spannen. (SV)

Land

Put is de Hebreeuwse naam van Libië. In het land stroomt een rivier Put genaamd[1]. In de Bijbel worden de nakomelingen van Put krijgers genoemd en zijn ze de bondgenoot van Mizraïm. Put in de Bijbel kan ook delen van Algerije en Tunesië omvat hebben.

Volgens de Joodse historicus Flavius Josephus, in zijn boek Joodse Oudheden, was Put de stichter van Libië en is Put Libië.

Een verband met Libië is af te leiden uit Nahum 3:9, waar staat dat Put en Libiërs Egypte te hulp schoten.

Zie Libië.

Rivier

Volgens de Joodse historicus Flavius Josephus lag er in Noord-Afrika een gelijknamige rivier, naar de man Put vernoemd. Plinius de Oudere schrijft over een rivier genaamd Phuth; volgens zijn verslag zou deze in het huidige Marokko hebben gelegen.

Bron

Put (Bijbel), nl.wikipedia.org. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 22 juli 2020.

Voetnoot