Salem
Salem (Gr. Salem; Hebr. Sjalem = vredig, veilig; vrede) is in de Bijbel:
1. een naam voor Jeruzalem (Ps 76:2)
Ps 76:1 Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. God is bekend in Juda; Zijn Naam is groot in Israël. Ps 76:2 En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion. (SV)
2. de stad waar de priesterkoning Melchizedek zetelde (Gen. 14:18; Hebr. 7:1-2)
Ge 14:17 Toen trok de koning van Sodom hem tegemoet, nadat hij teruggekeerd was van het verslaan van Kedor-Laomer en de koningen die bij hem waren, naar het dal Sjave, dat is het [tegenwoordige] Koningsdal. Ge 14:18 En Melchizedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij was een priester van God, de Allerhoogste. Ge 14:19 En hij zegende hem en zei: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! Ge 14:20 En geloofd zij God, de Allerhoogste, Die overgeleverd heeft uw tegenstanders in uw hand en hij gaf hem van alles een tiende deel. (HSV)
Verschillende steden zijn voorgesteld. Flavius Josephus en alle andere oude christelijke geschiedschrijvers verstaan er Jeruzalem onder; slechts de kerkvader Hieronymus is van oordeel, dat het de stad Salim of Salem, ook Salumias, in het Jordaandal is. Dat echter werkelijk het Salem van Melchisedek Jeruzalem is, daarvoor pleit ook wel de plaats Ps 76:2 (‘in Salem is zijn hut, en zijn woning te Sion’).
Andere uitleggers nemen ‘koning van salem’ (‘koning van de vrede’) als een titel zonder verwijzing naar een plaats. Het tekstverband van Gen. 14:18 doet echter meer denken aan een plaats dan aan een titel: “ .. koning van Sodom, …, koning van Salem, …”
Dat het woord ‘salem’ ‘vrede’ betekent, maakt de schrijver van de Hebreeënbrief duidelijk:
Heb 7:1 Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van God de Allerhoogste, die Abraham tegemoet ging toen hij van het verslaan van de koningen terugkeerde, en hem zegende, Heb 7:2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gaf, is in de eerste plaats naar de uitleg van zijn naam: koning van de gerechtigheid, en vervolgens ook: koning van Salem, dat is koning van de vrede, (TELOS)
Bronnen
A New and Concise Bible Dictionary s.v. Salem. George Morris, 1899.
H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. 's Gravenhage: M.J. Visser, 1872.