Veertig

Uit Christipedia

Veertig staat in de Bijbel voor een volledige tijd van beproeving bedoeld om goed of kwaad aan het licht te brengen.

Mozes was veertig jaren in de woestijn en werd ook zelf op de proef gesteld. Hij was op de berg Sinaï twee perioden van veertig dagen, welke tijden van beproeving voor de Israëlieten waren (Ex. 24:18; 34:28).

De twaalf verspieders verkenden het beloofde land veertig dagen (Num. 13:25). Ze ‘proefden’ er de druiven.

De stammen van Israël werden veertig jaar op de proef gesteld in de woestijn (Hand. 13:18).

De reus Goliath daagde Israël veertig dagen lang uit (1 Sam. 17:16).

Saul, David, Salomo en Joas werden elk beproefd door hun bewind van veertig jaar.

De tijd van beproeving van Elia bij Horeb was veertig dagen.

Ninevé kreeg veertig dagen voor berouw.

Jon 3:4 En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis; en hij predikte, en zeide: Nog veertig dagen, dan zal Ninevé worden omgekeerd. (SV)

De Heer Jezus was veertig dagen in de woestijn en werd toen verzocht door de satan

Mr 1:13 En Hij was in de woestijn veertig dagen, verzocht door de satan; en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem. (TELOS)

In zeker opzicht doorleefde hij de beproeving die zijn voorouders gedurende veertig jaar in de woestijn hadden doorgemaakt.

Ex 16:3 De Israëlieten zeiden tegen hen [Mozes en Aäron]: Och, waren wij maar door de hand van de HEERE gestorven in het land Egypte, toen wij bij de vleespotten zaten en brood aten tot verzadiging toe! Want u hebt ons uitgeleid naar deze woestijn om heel deze gemeente van honger te laten sterven. (HSV)

Ze morden, ofschoon God in hun behoeften voorzag. De Heer Jezus heeft honger gekend, doch hij morde niet.

Bron

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Numbers as Symbols. Tekst is op 14 feb. 2014 vertaald en verwerkt.