Vrijmoedigheid

Uit Christipedia

Vrijmoedigheid is vrijmoedig zijn: door geen schroom in denken, spreken of doen belemmerd worden. In Christus Jezus, onze Heiland, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan.

Iemand kan "iets met gepaste vrijmoedigheid voordragen". In Christus hebben wij, die in Hem geloven, ten opzichte van God "de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen ... door het geloof in Hem (= Christus)" (Ef 3.12).

Vrijmoedig is degene die zijn gemoed vrijelijk openbaart. Wanneer men zegt: "mag ik zo vrij zijn u dit te zeggen?", is dit zo veel als zei men: "mag ik zo vrijmoedig zijn", dat is, "mag ik vrijelijk mijn gemoed u openbaren". Vrijmoedig te zijn is in vele gevallen een deugd, in sommige een kenmerk van grootheid van ziel. De vrijmoedige denkt en spreekt vrij, hij is gewoon iemand vrij aan te zien, vrij met iemand te verkeren, in zijn handelingen vrij te werk te gaan.

Onderscheid

Vrijmoedig onderscheidt zich van vrijpostig en brutaal. Vrijpostig is wie van de hem toegestane vrijheid misbruik maakt, een al te vrij, ongepast gebruik maakt. Voorbeeldzin: "De vrijpostige neemt, wanneer men hem de vinger geeft, de gehele hand." "Al te vrij" is een synoniem van "vrijpostig". Vrijpostig is altijd een onhebbelijkheid, terwijl vrijmoedig te zijn in vele gevallen een deugd is. Wanneer men van de vrijpostige zegt dat hij dit alles "al te vrij" doet, is dit slechts een verzachtende spreekwijs; want hij veronachtzaamt de welvoeglijkheid en goede zeden.

Brutaal is wie zich door niets laat weerhouden, en niet genoeg let op de gevolgen van de daad of de omstandigheden, waaronder hij handelt. Voorbeeldzin: "Op brutale vragen geeft men geen antwoord."

Vrijmoedigheid in Christus

Door de Heer Jezus, die voor de verzoening van onze zonden zijn kostbaar bloed heeft vergoten, kunnen wij vrijmoedig naderen tot God en vertrouwelijk met Hem, onze hemelse Vader, omgaan. In Christus "hebben" wij de vrijmoedigheid.
Efe 3:12  in Wie wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen hebben door het geloof in Hem. (Telos)
Die vrijmoedigheid berust niet op onze verdiensten, maar op Zijn verdienste, op Zijn verlossingswerk en op ons gerechtvaardigd-zijn door God.
Ro 5:1 Wij dan, gerechtvaardigd op grond van geloof, hebben vrede met God door onze Heer Jezus Christus, Ro 5:2  door Wie wij ook de toegang verkregen hebben door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. (Telos)
Over dat vrijmoedig toegaan spreken ook:
Heb 4:16  Laten wij dus met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden tot hulp op de juiste tijd. (Telos)
Heb 10:19  Daar wij dus, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, (Telos)
Ook een goede wandel geeft ons vrijmoedigheid tegenover God als rechter:
1Jo 3:21  Geliefden, als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid jegens God; (Telos)
1Jo 4:17 Hierin is de liefde bij ons volmaakt (opdat wij vrijmoedigheid hebben in de dag van het oordeel), dat zoals Hij is, ook wij zijn in deze wereld. (Telos)

Bronnen

Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908), s.v. Vrijmoedig - vrijpostig - brutaal. Hieruit is onder wijziging tekst verwerkt op 10 aug. 2019.

Weiland & Landré, Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), s.v. Vrij, vrijmoedig, vrijpostig.