Vrucht

Uit Christipedia
Vijgen in Israël

Vrucht kan verwijzen naar[1]:

1. het deel van een plant dat uit het vruchtbeginsel is ontstaan;

2. het eetbare voortbrengsel van een plant.

De druif het eetbare voortbrengsel van de wijnstok en een bron van wijn. De Heer Jezus zei over deze vrucht:

Mr 14:25  Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik geenszins meer zal drinken van de vrucht van de wijnstok tot op die dag wanneer Ik die nieuw zal drinken in het koninkrijk van God. (Telos)

De landvoogd Gedalia moedigde het overblijfsel der Joden aan, zomervruchten te verzamelen. Te denken valt aan vijgen en appels, niet aan koren.

Jer 40:10 En ik, zie, ik blijf in Mizpa om in dienst {in dienst-Letterlijk: voor het aangezicht.} van de Chaldeeën te staan die naar ons toe komen. Maar [wat] u [betreft], verzamel wijn, zomervruchten en olie, doe ze in uw vaten, en verblijf in uw steden die u ingenomen hebt. (HSV)

'Vrucht der aarde' is bijv. gerst en tarwe, te onderscheiden van vrucht van bomen. 3. (ongeboren) kind van een mens, jong van een dier;

Lu 1:41  En het gebeurde toen Elizabeth de begroeting van Maria hoorde, dat het kindje opsprong in haar schoot; en Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest,    Lu 1:42  en zij riep uit met luid geroep en zei: Gezegend ben jij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot. (Telos)

4. resultaat, winst. 'Vruchten afwerpen' betekent: resultaat hebben. 'De vruchten plukken van iets' betekenis: profiteren van iets dat winst oplevert

De uitdrukking 'verboden vrucht' herinnert aan de zondeval, toen Evan en Adam namen van een door God verboden vrucht. De uitdrukking betekent: iets dat zondig is en daarom verboden, maar ook aantrekkelijk (voor onze zondige natuur).

Voortbrenging, vrucht en voortplanting. De kracht van de voortbrenging, welke onze Schepper in de lichamen van de organische schepselen, van de planten, dieren en mensen gelegd heeft, bereikt haar hoogste trap in de vrucht. Deze sluit dan weer in zich de kracht der voortbrenging van individuen van dezelfde soort.

Voedingsmiddelen. De vruchten van talrijke gewassen bieden aan mens en vee een zeer grote rijkdom van onontbeerlijke en kostelijke voedingsmiddelen.

Voorwaarde van gehoorzaamheid. Het gedijen en de vruchtbaarheid, zowel bij mensen als dieren, belooft de Heer aan zijn volk onder voorwaarde van gehoorzaamheid jegens Hem (Lev. 25: 19. Deut. 7 : 13 ; 28: 3, Ezech. 36: 10). Ongehoorzaamheid bedreigt en bestraft Hij met onthouding van die zegen (Deut. 28: 18. Jer. 20).

Figuurlijke betekenissen

Beeldsprakig betekent het woord:

1. in het algemeen de goede zowel als de kwade werkingen van een oorzaak, zoals de zichtbare openbaring van de gezindheid (Matth. 7: 16; 12: 33), de gevolgen van 's mensen doen (Jer.  17: 10; 21: 14; 32: 19. Spr. 1: 31).

Mt 7:15  Past u op voor de valse profeten, die tot u komen in schapevachten, maar van binnen zijn zij roofzuchtige wolven.  Mt 7:16  Aan hun vruchten zult u hen kennen. Men plukt toch geen druiven van dorens, of vijgen van distels?  Mt 7:17  Zo brengt elke goede boom mooie vruchten voort, maar de bedorven boom brengt slechte vruchten voort.  Mt 7:18  Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een bedorven boom geen mooie vruchten voortbrengen.  Mt 7:19  Elke boom die geen mooie vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. (Telos)

Jer 17:10  Ik, de HEERE, doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen. (SV)

Dit vers in de Herziene Statenvertaling:

Jer 17:10  Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. (HSV)

2. Voornamelijk duidt 'vrucht' in de Bijbel de heilzame werkingen en gevolgen van een oorzaak, zoals van de dood van de Heer (Joh. 12 : 24), van de gemeenschap met Christus (Joh. 15: 4), van de goddelijke wijsheid (Spr. 8: 19), van het goddelijk woord (Matth. 13 : 8. Rom. 1 : 13), van de verlossing van de heerschappij der zonde (Rom. 6: 22), van de Heilige Geest (Gal. 5: 22. Ef. 5 : 9), van de bekering (Matth. 3 : 8), van de gerechtigheid (Jes. 32: 17. Jak. 3: 18. Filip. 1: 11), van een hart en mond die vervuld zijn met dank aan God voor de ten deel gevallen genade (Hebr. 13: 15), van de zegenrijke werkzaamheid van een rechtvaardige (Spr. 11 : 30). Het woord van God, gezaaid in een goed hart, brengt vrucht voor.

Lu 8:8  En ander zaad viel in de goede aarde en toen het opgroeide, bracht het honderdvoudige vrucht voort. Toen Hij dit zei, riep Hij: Wie oren heeft om te horen, laat hij horen! (Telos)

'Vrucht' betekent in de Heilige Schrift verder de beloning van trouwe arbeid in de dienst van de Heer (2 Tim. 2: 6), van de werken van een rechtvaardige (Jes. 3: 10), van de woorden van een vrome (Spr. 31 : 16, 31).

3. Vrucht is ook het beeld van onheilvolle werkingen als van de overmoed van de Assyrische koning (Jes. 10:12), van de knechtschap der zonde (Rom. 6 : 21).

Christus

Christus wordt een heerlijke vrucht van de aarde genoemd (Jes. 4 : 2), van de lendenen van David (Hand. 2: 30), van het lichaam van Maria (Luk. 1 : 42).

Jes 4:2 Op die dag zal de SPRUIT van de HEERE tot een heerlijk sieraad {letterlijk: tot sieraad en tot heerlijkheid.} zijn, en de vrucht van de aarde tot trots en luister voor hen in Israël die ontkomen zijn. (HSV)

Vrucht dragen voor God

God wil dat wij vrucht dragen.

Ro 7:4  Dus bent ook u, mijn broeders, voor de wet gedood door het lichaam van Christus, opdat u aan een ander toebehoort, aan Hem die uit de doden is opgewekt, opdat wij voor God vrucht dragen. (Telos)

Hiervoor zijn twee dingen nodig. Ten eerste dat wij in Christus blijven, in gemeenschap met hem blijven (Rom. 7:4). Ten tweede, kennis van God en Diens wil, met wijsheid en inzicht

Col 1:9  Daarom houden ook wij, van de dag af dat wij ervan gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat u vervuld mag worden met de kennis van zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, Col 1:10  om de Heer waardig te wandelen tot al zijn welbehagen, terwijl u in alle goed werk vrucht draagt en opgroeit door de kennis van God, Col 1:11  met alle kracht bekrachtigd, naar de sterkte van zijn heerlijkheid, tot alle volharding en lankmoedigheid, met blijdschap, (Telos)

De vrucht van de Geest in ons leven is liefde. Als wij vrucht dragen, is het Gods wens dat we daarin toenemen. Als we liefhebben, wenst God dat we daarin toenemen, toenemen in de liefde. Paulus spreekt hierover. Om meer vrucht te dragen, is het nodig dat wij gesnoeid worden, gelijk een wijnstok gesnoeid wordt opdat hij meer vrucht draagt. God gebruikt moeilijkheden om onze vruchtbaarheid te verhogen, om onze vrucht te vermeerderen.

De vijgenboom zonder vrucht

Aan het eind van zijn leven op aarde heeft de Heer Jezus een vijgenboom, die zonder vrucht was, vervloekt.

Mt 21:19  En toen Hij een vijgeboom langs de weg zag, ging Hij er naar toe en vond niets daaraan dan alleen bladeren. En Hij zei tot hem: Laat van u in eeuwigheid geen vrucht meer komen! En de vijgeboom verdorde onmiddellijk. (Telos) Mr 11:14  En Hij antwoordde en zei tot hem: Laat niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! En zijn discipelen hoorden het. (Telos)

De vijgenboom staat symbool voor Israël. Onder het oude verbond heeft Gods volk niet de vrucht voortgebracht die Hij wenste.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Vrucht. De tekst van dit lemma is op 21 jan. 2020 onder wijziging verwerkt.

Voetnoot

  1. VanDale.nl, s.v. vrucht, geraadpleegd 21 jan. 2020.