Welgelukzalig

Uit Christipedia

Welgelukzalig is iemand die hoogst of uiterst gelukkig is.

Synoniemen zijn welzalig en welgelukkig. Het voorvoegsel ‘wel’ is versterkend: zeer zalig, zeer gelukkig.

Gelukkig is de mens, dien hetgeen hij bezit zo volkomen bevredigt, dat er als het ware niets te wensen voor hem overblijft en hij onder de indruk verkeert van zijn gunstig lot. Gelukzalig of welgelukzalig duidt een hogere trap van geluk aan dan gelukkig; eigenlijk betekent het een gelukkig lot hebbend. Ook zalig, eigenlijk goed (gelukkig), kan het bezit aanduiden van het hoogste geluk, dat men zich denken kan; evenzo welzalig.

Ps 1:1 Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; (SV)

De NBG51-vertaling en de Herziene Statenvertaling hebben hier ‘welzalig’. De Willibrord78-vertaling, de Willibrord95-vertaling en de NBV2004-vertaling hebben ‘gelukkig’.

Ps 32:1 Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Ps 32:2 Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is. (SV)

De NBG51-vertaling en de Herziene Statenvertaling hebben hier ‘welzalig’. De Willibrord78-vertaling heeft ‘zalig’. De Willibrord95-vertaling en de NBV2004-vertaling hebben ‘gelukkig’.

Bron

Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.

Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908), Gelukkig — gelukzalig — tevreden — vergenoegd — welzalig — zalig. Zie op Synoniemen.net